Paragraaf 2.4 - Zure en basische schoonmaakmiddelen

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Hoe harder het water, des te meer je last krijgt van ketelsteen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

Welk schoonmaakmiddel bevat een base?
A
Schoonmaakazijn
B
WC-eend
C
Handzeep
D
Citroenzuur

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Antikalkmiddelen bevatten een zuur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Met ammonia kun je kozijnen vetvrij maken. Is ammonia een zuur of een base?
A
Zuur
B
Base

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Coca-cola heeft een pH van 2,5. Welke stelling is waar?
A
Coca-cola is een zure oplossing.
B
Coca-cola is een basische oplossing.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Als je de indicator fenolftaleïne toevoegt aan bleekmiddel, dan krijgt de oplossing...
A
geen kleur
B
een roze kleur

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive