Les 1 infectieziekten hond

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GezondheidsleerMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive


Kletspraat
Stel jezelf voor! (naam, leeftijd, woonplaats, huisdieren, droombaan, wat je verder nog kwijt wilt)

Slide 2 - Question ouverte

Hoe gaat het vandaag met jullie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

Slide 4 - Diapositive

Waarom moet je als dierverzorger iets weten over dierziekten?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Welke bewering(en) over vaccineren zijn waar?
1. Na vaccinatie kan een dier niet meer ziek worden.
2. Na vaccinatie kan een dier andere dieren niet meer besmetten.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Tegen welke ziekte moeten honden jaarlijks gevaccineerd worden?
A
Ziekte van Weil
B
Hondenziekte
C
Parvovirus
D
Besmettelijke leverziekte

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Je wil je hond meenemen op vakantie naar het buitenland. Wat moet je allemaal regelen voor vertrek?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Welke bewering(en) over titeren zijn waar?
1. Als de titer van een dier hoog is, moet je het dier laten vaccineren.
2. Een titerbepaling is 3 jaar geldig.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Diapositive

Je gaat een hond verzorgen die besmet is met de ziekte van Weil. Benoem 3 maatregelen die je hierbij moet nemen.

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Welke ziekte is een zoönose?
A
Besmettelijke leverziekte
B
Parvovirus
C
Ziekte van Weil
D
Hondenziekte

Slide 27 - Quiz

Je brengt je hond naar een pension tijdens je vakantie. Nadat je terugkomt heeft je hond last van niezen, benauwdheid en koorts en hij hoest op een typische manier. Welke ziekte heeft je hond?
A
Hondenziekte (CDV)
B
Kennelhoest
C
Parvovirus
D
Besmettelijke leverziekte

Slide 28 - Quiz

In het dierenasiel waar je werkt is een puppy aanwezig van 14 weken oud. De puppy is ernstig ziek: eet en beweegt niet, heeft ernstige diarree, geeft bloed over en heeft zeer hoge koorts. Welke ziekte heeft dit dier?
A
Hondenziekte (CDV)
B
Ziekte van Weil
C
Parvovirus
D
Besmettelijke leverziekte

Slide 29 - Quiz

In het hondenpension waar je werkt is een puppy aanwezig van 10 weken oud. De puppy heeft hoge koorts, braakt, heeft een dikke buik, diarree, gele slijmvliezen en een melkglasoog. Welke ziekte heeft dit dier?
A
Hondenziekte (CDV)
B
Kennelhoest
C
Hondsdolheid
D
Besmettelijke leverziekte

Slide 30 - Quiz

Hoe voel jij je na deze les?
A
B
C
D

Slide 31 - Quiz