3.1 Monniken en ridders.

• Mens en maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

3.1 Monniken en ridders.

Monniken en ridders is in het tijdvak:

1. 400 tot 500
2. 500 tot 1000
3. 1000 tot 1100
4. 1100 tot 1200

Het Romeinse rijk viel door de volksverhuizingen omstreeks 500 uiteen. Wie werd rond 800, in de tijd van monniken en ridders de keizer van het Frankisch rijk in Europa?

1. Augustus
2. Karel de Grote
3. Willibrord
4. Caesar

Welk volk veroverde rond 800 een groot deel van Europa?

1. De Vikingen
2. De Friezen
3. De Romeinen
4. De Franken

Dit is een groot standbeeld van Karel de Grote.
Waar zou dit beeld kunnen staan?

1. Groot-Brittannië
2. Ijsland
3. Frankrijk
4. Zweden

Horige

Monnik

Priester

Graaf

Non

geestelijke man die in het klooster leeft.

Edele, bestuurder van een graafschap.

Lage geestelijke die de leiding heeft over een groep gelovigen.

Halfvrije boer

Geestelijke vrouw die in een klooster leeft.

In de tijd van monniken en ridders was er geen politie die mensen konden beschermen. Heren beschermden boeren in hun kastelen. In ruil voor deze bescherming moesten boeren een deel van hun oogst afstaan, verplicht klusjes doen, ze mochten niet verhuizen zonder toestemming, mochten niet trouwen met een vrouw die bij een andere heer woonde. Ze hadden heel weinig vrijheid. Hoe noem je halfvrije boeren?

1. Horigen
2. Heren
3. Edelen
4. Geestelijken

Karel de Grote kon het Frankische rijk niet alleen besturen. Hij leende gebieden van het rijk uit aan?

1. Belangrijke boeren met macht. De horigen.
2. Belangrijke geestelijken met macht. De priesters.
3. Belangrijke mensen met macht. De edelen=graaf of hertog.
4. Belangrijke monniken en nonnen. Zij leefden in kloosters.

De Achterhoek in Nederland wordt ook wel 'De Graafschap' genoemd.
Aan deze naam kun je zien dat dit gebied vroeger bestuurd werd door:

1. Karel de Grote
2. Een edele
3. Een ridder
4. Een geestelijke

In het Frankische rijk speelden ridders in de tijd van monniken en ridders een
belangrijke rol. Met welk beroep van nu kun je ridders het beste vergelijken?

1. soldaten
2. rechters
3. ministers
4. leerkrachten

In alle gebieden binnen het Frankische rijk kun je met dezelfde munten
betalen. Waarom hadden horigen hier weinig aan?

1. Horigen hadden andere munten waarmee ze betaalden.
2. Horigen zijn boeren en die ruilden alleen wat ze nodig hadden om te eten.
3. Horigen hadden meestal geen geld en mochten hun eigen grond niet verlaten.
4. Horigen vonden de munten niet mooi.

In de tijd van Karel de Grote was het onveilig in Europa. Wie zorgden voor veiligheid?

1. Horigen zorgen met boerderijen en ridders voor veiligheid.
2. Heren en andere edelen zorgen met kastelen en ridders voor veiligheid.
3. Priesters zorgen met kerken en ridders voor veiligheid.
4. Monniken zorgen met kloosters en ridders voor veiligheid.

Wat zijn allemaal voorbeelden van geestelijken uit het Frankische rijk?

1. non, horige, monnik, priester
2. non, paus, graaf, monnik
3. non, paus, monnik, hertog
4. non, paus, monnik, priester

Monnik.

Edele / graaf.

Horige.

Priester.

Preekt.

Leeft in een klooster.

Bestuurt een gebied.

Werkt op het land.

Edelen

Adel

Hertog

Belangrijke en rijke personen.

Alle edelen samen.

Bestuurder van een hertogdom.

Geestelijken zorgden voor verspreiding van het christendom in Europa. Wie kwamen daartegen in verzet?

1. De bevolking
2. Karel de Grote
3. De edelen
4. De priesters

De paus wilde dat iedereen christelijk werd in het Frankische rijk. Daarom gaf de paus andere geestelijken de opdracht om mensen christelijk te maken.

Karel de Grote hielp de paus door ridders te sturen met de geestelijken.

Waarom hielp Karel de Grote de paus?

1. Als Karel de Grote hielp dan hoorde hij ook bij de christelijken.
2. Als Karel de Grote hielp dan mocht hij keizer worden.
3. Als Karel de Grote hielp dan kreeg hij een kasteel.
4. Als Karel de Grote hielp dan kreeg hij de zegen van de paus.