3.1 Herhaling 3

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Monikken en Ridders

Wat zie je?

Vragen:

• Wie zijn deze mensen?
• Waar zijn deze mensen?
• Wanneer leefden deze mensen?

Karel de Grote

• 800: Franken o.l.v.  Karel de Grote veroveren grote delen van Europa
• Karel liet zich door de paus kronen tot keizer
• In ruil daarvoor beloofde Karel de paus te  helpen

Welk volk had rond 800 de macht over een groot deel van Europa?

1. Romeinen
2. Saksen
3. Franken
4. Germanen

Welk geloof had Karel de Grote?

1. Hij geloofde in de natuurgoden
2. Christelijk
3. Romeins
4. Islamitisch

Geestelijken

1. Welke geestelijken zie je in de afbeelding?
2. Welke geestelijke ontbreekt in deze afbeelding? 
3. Waarom waren de geestelijke machtig.

Graafschappen en hertogdommen

• Om het Frankische rijk te besturen leende Karel het
  gebied aan belangrijke
  mensen met macht (edelen)
• Graaf bestuurde graafschap
• Hertog bestuurde hertogdom

Karel leent land uit aan graaf of hertog

Heer of hertog geeft Karel advies en ridders

Graaf

Karel de Grote

Priester

Heren en horigen

• De meeste mensen in het Frankische rijk waren boer
• Ze werkten in een gebied dat werd bestuurd door een heer (meestal een edele)
• De heer bood bescherming
• In ruil daarvoor hadden boeren veel plichten: deel oogst afstaan, klusjes, niet verhuizen, niet trouwen met iemand van een ander gebied. 
• De boeren zijn halfvrij en heten horigen

Wij geven een deel van de oogst en doen klusjes voor uw  bescherming 

Ik zal jullie beschermen als er gevaar is = in ruil daarvoor .......

Hoe werden de belangrijke mensen van de samenleving genoemd in de tijd van de monniken en ridders?

1. Boer
2. Handelaar
3. Adel
4. Edelen

In de tijd van monniken en ridders waren de boeren vrij.

1. Goed
2. Fout

Vraag 2: Een bestuurder van een gebied in de tijd van monniken en ridders heet:

1. Hertog
2. Graaf
3. Geestelijke
4. Ridder

Waarom gingen de boeren graag in de buurt van een graaf/hertog wonen?

1. voor het eten
2. voor bescherming
3. voor een mooi huis
4. voor het werk

Vrouwelijke geestelijken in het klooster heten...

1. monniken
2. nonnen
3. geestelijken
4. dominees

Maken 

Opdrachten

1 t/m 10