Les 4 - Aanpassingen bij dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Welkom!

Zitten op je eigen plek

Telefoon in je kluis (of op stil in de tas)

Boek+schrift/chromebook op tafel

Thema 5/6 - Ecologie

Ecologie

KB

6.1 - Eten en gegeten worden 

6.2 -  Piramiden

6.3 - Koolstofkringloop 

6.4 - Biologisch evenwicht

6.5 - Aanpassingen bij dieren

6.6 - Aanpassingen bij planten

BB

5.1 - Fotosynthese en verbranding

5.2 - Eten en gegeten worden

5.3 - Organismen en hun leefomgeving

5.4 - Aanpassingen bij dieren

5.5 - Aanpassingen bij planten

5.6 - Ecologisch onderzoek doen

Doelen van de vorige les

Je kunt benoemen wat biotische en abiotische factoren zijn

Je kunt beschrijven wat een ecosysteem is

Je kunt de koolstofkringloop beschrijven

Je kunt omschrijven hoe biotische en abiotische factoren de populatiegrootte beinvloeden

Doelen van deze les

Je kunt beschrijven hoe waterdieren zijn aangepast aan hun leefomgeving

Je kunt beschrijven hoe landdieren zijn aangepast aan hun leefomgeving

Je kunt beschrijven hoe vogels zijn aangepast aan hun leefomgeving

Waterdieren

Aangepast aan leven in water:

- Kieuwen om te ademen

- Vinnen om te zwemmen

- Laagje slijm op de huid (daardoor glad)

- Gestroomlijnd lichaam (haai, pinguin, dolfijn)

- Roofdieren: schutkleur

Landdieren

Aanpassingen in de poten

Aanpassingen in het skelet

Vogels

Verschillende snavels

Verschillende poten

Aanpassing aan warmte 

Aanpassing aan kou

Kou

- dikke vacht / opzetten van veren 

- vetlaag onder de huid
- kleine oren en korte poten

Hitte

- dunne vacht
- onbehaarde oren
- lange poten

Aanpassingen van dieren aan kou of hitte

Hitte

- dunne vacht

- grote kale oren

- langere poten

Kou
- dikke vacht / vogels zetten veren op

- dikke vetlaag onder de huid

- kleine oren

- korte poten 

Aan het werk

Kader: Paragraaf 6.5 maken

Basis: Paragraaf 5.4 maken