oefenen voortplanten again

oefenen voortplanten
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

oefenen voortplanten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Worden eicellen gemaakt in de eileiders?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke dag van de menstruatiecyclus vindt de ovulatie plaats? wat is de ovulatie

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke dag van de menstruatiecyclus start de menstruatie?
A
1
B
5
C
14
D
28

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vruchtwater
Baarmoeder
Navelstreng
Placenta

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de goede omschrijving naar het goede woord. 

Hier rijpen de eicellen.
Plaats waar een baby kan groeien.
Verbinding tussen de baarmoeder en de buitenwereld.
Verbindt de eierstokken met de baarmoeder.
baarmoeder
eierstokken
eileider
vagina

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN fase van de bevalling?
A
Uitdrijving
B
Innesteling
C
Ontsluiting
D
Nageboorte

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar worden de zaadcellen geproduceerd?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

ZAADCELLEN
De zaadballen maken tijdens de puberteit miljoenen zaadcellen per dag.
Is het maken van zaadcellen een primair geslachtskenmerk of is het maken van zaadcellen een secundair geslachtskenmerk? leg je antwoord uit.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaadcellen moeten hard racen, waar halen ze hun energie vandaan?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Eierstok
Eileider
Baarmoeder
Baarmoederhals
Vagina

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de volgorde van de bevalling?
A
ontsluiting - uitdrijving - nageboorte
B
uitdrijving - ontsluiting - nageboorte
C
ontsluiting - nageboorte - uitdrijving
D
uitdrijving - nageboorte - ontsluiting

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
2:00
Baarmoeder
Eierstok
Vaginast
Eileider

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De eileiders zijn aan de binnenkant bedekt met trilharen.
Wat is de functie van de trilhaarcellen in de eileider?
A
Bescherming van bevruchte eicellen
B
Het vergemakkelijken van transport van eicellen
C
Barrière vormen voor bacteriën van buitenaf
D
Zaadcellen stimuleren

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet deze fase van de bevalling?
A
indaling
B
uidrijving
C
ontsluiting
D
weeën

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Worden eicellen gemaakt in de eileiders?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van de eileider
A
De eileiders maken eicellen
B
De eileiders vervoeren eicellen naar de baarmoeder
C
In de eileiders groeit een embryo

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vruchtwater
Baarmoeder
Navelstreng
Placenta

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de goede omschrijving naar het goede woord. 

Hier rijpen de eicellen.
Plaats waar een baby kan groeien.
Verbinding tussen de baarmoeder en de buitenwereld.
Verbindt de eierstokken met de baarmoeder.
baarmoeder
eierstokken
eileider
vagina

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Eierstok
Eileider
Baarmoeder
Baarmoederhals
Vagina

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de volgorde van de bevalling?
A
ontsluiting - uitdrijving - nageboorte
B
uitdrijving - ontsluiting - nageboorte
C
ontsluiting - nageboorte - uitdrijving
D
uitdrijving - nageboorte - ontsluiting

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
2:00
Baarmoeder
Eierstok
Vaginast
Eileider

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

a. Kunnen deze broertjes een eeneiige tweeling zijn?
b. En een twee-eiige tweeling?
Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke tweeling is eeneiig?

Slide 24 - Question ouverte

Tweeling B



Wat is een transgender?




Wat is een transgender?



A
een man die zich vrouw voelt en een vrouw die zich man voelt
B
iemand die hetero is
C
een man die graag vrouwenkleding draagt
D
iemand die zich geen man en geen vrouw voelt

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gaat een transgender hormonen slikken van het geslacht dat hij/zij wilt worden

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hier zie je een condoom
Waar beschermt een condoom tegen?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voordeel van de condoom?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


A

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met het gele lichaam als een vrouw zwanger is?

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is juist over het gele lichaam?
A
Zorgt dat het baarmoederslijmvlies intact blijft
B
Het sterft als er geen bevruchting plaatsvindt
C
Produceert hormonen (o.a. oestrogenen)
D
Het bestaat uit de resten van het opengebarsten follikel

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions