11.3 Zwangerschap

11.3 Zwangerschap
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

11.3 Zwangerschap

Slide 1 - Diapositive

Noem 3 begrippen die te maken hebben met zwangerschap.

Slide 2 - Carte mentale

De eerste 12 weken is het een embryo
Alle organen worden nu ontwikkeld.



Na 12 weken noem je het een foetus.
Vanaf nu groeit het ongeboren kind vooral.
Embryo of foetus?

Slide 3 - Diapositive

Echo 10 weken
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 4 - Diapositive

Hoe noem je een ongeboren kind van 10 weken?
A
Foetus
B
Eicel
C
Embryo
D
Geen van allen

Slide 5 - Quiz

Bron 2

Slide 6 - Diapositive

Wat verandert er bij de vrouw?

Slide 7 - Diapositive

Wat verandert er bij de vrouw?

  • Na 20 weken wordt haar buik dikker
  • Haar organen komen in de verdrukking; daardoor moet ze vaker naar de wc en kan ze benauwd zijn.
  • De melkklieren groeien zodat ze straks moedermelk kan geven, hierdoor worden haar borsten groter.

Slide 8 - Diapositive

Waar blijven de organen?

Slide 9 - Diapositive

Wat verandert er bij de man?

Slide 10 - Diapositive

Wat gebeurt er bij de man?
De hormoonhuishouding veranderd:
Er wordt meer prolactine aangemaakt en minder testosteron.
Hierdoor worden mannen geduldiger en reageren ze sneller op huilen.
Direct na de bevalling wordt er oxytocine aangemaakt. Hierdoor wordt het verzorgingsinstinct versterkt.

Slide 11 - Diapositive

Waardoor worden de borsten van een vrouw groter als ze zwanger is?
A
Hormonen stapelen zich op in de borsten
B
De melkklieren groeien
C
Er zit melk in de borsten
D
Er worden vetreserves opgeslagen

Slide 12 - Quiz

In de baarmoeder (bron 4 en 5):

  • De leerling kan uitleggen waar vruchtwater en vruchtvliezen voor dienen.
 
  • De leerling weet dat de foetus met de navelstreng verbonden is aan de placenta.

  • De leerling kan benoemen dat de uitwisseling van stoffen plaatsvindt in de placenta: Voedingstoffen en zuurstof gaan van moeder naar kind. Afvalstoffen gaan van kind naar moeder.

  • De leerling kan uitleggen wat de gevolgen van schadelijke stoffen (nicotine, alcohol en drugs)
11.3 Leerdoelen, deel 2

Slide 13 - Diapositive

Vruchtwater en vruchtvliezen
  • Vruchtwater beschermt de baby tegen stoten en schokken.
  • Om het vruchtwater heen zitten de vruchtvliezen


BRON 4:

Slide 14 - Diapositive

Placenta en navelstreng
De foetus drijft in de baarmoeder. Via de navelstreng is de foetus verbonden aan de placenta. Die groeit aan de baarmoederwand.
In een deel van de placenta lopen de bloedvaten van de moeder, en in een deel lopen de bloedvaten van de foetus.
Wanneer de bloedvaten dicht langs elkaar liggen kunnen ze stoffen uitwisselen.
De moeder en de foetus delen dus NIET hetzelfde bloed. Ze kunnen ook een hele andere bloedgroep hebben.

Slide 15 - Diapositive

Navelstreng
Door de navelstreng lopen drie bloedvaten:
1 navelstrengader en 2 navelstrengslagaders.


Via de navelstrengader gaan alle stoffen die het embryo nodig heeft van de moeder, zoals voedingsstoffen en zuurstof.


Via de navelstrengslagaders gaan afvalstoffen, zoals koolstofdioxide, van het kindje naar de moeder.

Slide 16 - Diapositive

Schadelijke stoffen

Slide 17 - Diapositive

Schadelijke stoffen
Schadelijke stoffen:
  • Nicotine uit sigaretten
  • Alcohol
  • Drugs

Gevolgen:
Beperkte groei
FAS, Foetaal Alcohol Syndroom (hersenen groeien niet goed)
Verstandelijke beperking
Embryo/foetus kan zelfs doodgaan (Miskraam)

Slide 18 - Diapositive

Waar dient vruchtwater voor?
A
Voeding voor de baby.
B
Het is een bijproduct, het heeft geen nut.
C
Daar wordt het bloed gezuiverd.
D
Ter bescherming van de baby.

Slide 19 - Quiz

Noem een schadelijk gevolg van alcohol, drugs of roken:

Slide 20 - Question ouverte

Hoe lang duurt een zwangerschap normaal gesproken:
A
28 weken
B
40 weken
C
10 maanden
D
Ongeveer een jaar

Slide 21 - Quiz

Een zwangerschap duurt
 40 weken

Slide 22 - Diapositive

Navelstrengader
Navelstrengslagaders
Via welke ader(s) worden de volgende stoffen getransporteerd?
Zuurstof
Voedingsstoffen
Afvalstoffen

Slide 23 - Question de remorquage

In de laatste weken daalt de baby met het hoofdje naar beneden, tussen de bekken. Het ligt nu klaar voor de bevalling. (Bron 8)
Indalingsweeën

Slide 24 - Diapositive

De bevalling in 3 fasen:
Ontsluiting
Door ontsluitingsweeën gaat de baarmoedermond open.
Vlak voor of tijdens de ontsluiting breken de vruchtvliezen en gaat het vruchtwater via de vagina
naar buiten.
Uitdrijving
Door persweeën wordt de baby door de vagina
naar buiten geduwd.
Nageboorte
Een wee duwt de placenta met vruchtvliezen en
resten van de navelstreng naar buiten.
Demonstratie weeën

Slide 25 - Diapositive

0

Slide 26 - Vidéo

De baby begint direct met ademen, daarom wordt het mondje gauw schoongemaakt.

De navelstreng wordt met twee klemmetjes afgeklemd, daartussenin wordt hij doorgeknipt
Het stukje navelstreng dat nog aan de baby vastzit, valt binnen een paar dagen af.

De baby gaat moedermelk drinken
Na de geboorte

Slide 27 - Diapositive

Wat is de juiste volgorde?
A
1. Uitdrijving 2. Nageboorte 3. Ontsluiting
B
1. Nageboorte 2. Indalen 3. Ontsluiting
C
1. Ontsluiting 2. Uitdrijving 3. Nageboorte

Slide 28 - Quiz

Hoe noem je het litteken dat overblijft na het afvallen van de navelstreng?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Vidéo

Stukje herhaling...
  • Embryo / foetus
  • wat verandert er bij de vrouw (en man)?
  • Welke functie heeft een navelstreng?

Slide 31 - Diapositive