La semaine 40

• Frans
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Bonjour et bienvenue!

Comment ça va?

C'est quelle date aujourd'hui?

La semaine 40:                                                                                        

lundi mardi et mercredi, le quatre, le cinq et le six octobre       

Deze week doen we: 

- maandag: Uitleg pers.vnw met nadruk en oefenen

- dinsdag: Herhalen , vragen stellen en leren

- woensdag: Toets

Le programme d'aujourd'hui: 

1. Vandaag: maandag (lundi) 

2. Uitleg persoonlijk voornaamwoord met nadruk

3. Oefenen, vragen? Leren..         

4. Tijd over? ler. woordjes dmv quizlet

5. Les devoirs: ler. toets               

persoonlijk vnw met nadruk

Hierna volgt eerst uitleg en dan een aantal vragen

persoonlijk voornaamwoorden met nadruk

Je ==> moi 

tu ==> toi

il ==> lui

elle ==> elle 

nous ==> nous 

vous ==> vous 

ils ==> Eux 

elles ==> elles 

moi, je m'appelle Serena

et toi, comment tu t'appelles?

et lui, il s'appelle Pierre.

elle, elle s'appelle Jacqueline

nous, nous allons au cinéma

et vous? Vous allez où?

Nous allons avec eux.

et elles, elles viennent avec nous au cinema!

wat is het persoonlijk voornaamwoord met nadruk van ik?

welke persoonlijk voornaamwoord met nadruk betekent wij?

Schrijf de 8 persoonlijke voornaamwoorden met nadruk

wat is het persoonlijk voornaamwoord met nadruk van ik?

https:

Ik heb er vertrouwen in! Ik snap het persoonlijk vnw met nadruk!

😒🙁😐🙂😃

Weekprogramma: Kies uit ...

1. Extra oefenen: mk : menu au choix grammaire 1 et 2 (- deze moet in ieder geval. Je bepaalt zelf wanneer en of je het tijdens les doet, zodat je me vragen kunt stellen of als HW

2. Oefenen werkwoorden: verbuga.nl: avoir,  être, faire et, regm. ww -er, présent en pc

3. Leren woorden:  Quizlet en daarna formatieve toets (vertel mij als je dit gaat doen)

4. Planning maken, samenvatting, leren

5. Diagnostische toets maken  - deze moet ook, in ieder geval voor volgende week

Ten alle tijde mag je me om hulp vragen: 

Dat kan bij maken van opdrachten, extra uitleg grammatica etc. 

Dus ...  bedenk wat heb ik nodig? 

1. Herhaling persoonlijk voornaamwoord met nadruk

Beantwoord de komende vragen.

welke persoonlijk voornaamwoord met nadruk hoort bij "tu"

welke persoonlijk voornaamwoord met nadruk hoort bij "ils"

1. lui
2. elle
3. eux
4. elles

welke persoonlijk voornaamwoord met nadruk betekent hij/hem?

De beklemtoonde vormen als onderwerp, worden gebruikt:

1. na een voorzetsel
2. als het onderwerp de nadruk krijgt
3. wanneer er geen werkwoord in de zin staat
4. na c'est/ce sont

Noteer de persoonlijke voornaamwoorden met nadruk met vertaling