Toekomst

Welk woord zegt dat het om de toekomst gaat?

He will help you move next week.
1 / 15
suivant
Slide 1: Question ouverte
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Welk woord zegt dat het om de toekomst gaat?

He will help you move next week.

Slide 1 - Question ouverte

Toekomst (future)
Iets dat nog gaat gebeuren.
3 manieren om een zin in de toekomst te maken.

Slide 2 - Diapositive

Manier 1
The train leaves at 09:00 pm
Om aan te geven dat iets volgens een schema verloopt.

Werkwoord + s

Slide 3 - Diapositive

Maak compleet:

The shop ... (to open) at 10:00 am.

Slide 4 - Question ouverte

Maak compleet:

The painter ... (to come) around 08:00 am.

Slide 5 - Question ouverte

Manier 2
Jack and I are going to watch a movie tonight.
Om aan te geven dat je iets van plan bent.

am/are/is + going to + Werkwoord

Slide 6 - Diapositive

Maak compleet:

My mum ... (to buy) new clothes next week

Slide 7 - Question ouverte

Maak compleet:

I ... (to eat) at a fancy restaurant.

Slide 8 - Question ouverte

Manier 3
I will buy you that dress when you pass your test.
Om iets te beloven, aan te bieden of te voorspellen

will + Werkwoord

Slide 9 - Diapositive

Tip!
Will mag je verkorten tot 'll

I will go -> I'll go

Slide 10 - Diapositive

Maak compleet:

He ... (to help) you move house next week.

Slide 11 - Question ouverte

Manier 1

Iets gaat volgens een schema of een rooster?

Werkwoord + s

Manier 2

Je bent iets van plan?

am/are/is + going to + Werkwoord

Manier 3

Je biedt iets aan, belooft iets of voorspelt iets?

Will + werkwoord

Slide 12 - Diapositive

Vertaal:

Het vliegtuig vertrekt om 15:00.

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal:

Ik ga volgende week Kroatië bezoeken.

Slide 14 - Question ouverte


😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage