§3.4 - politieke stromingen

Burgers en stoommachines

paragraaf 3.4 Politieke stromingen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Burgers en stoommachines

paragraaf 3.4 Politieke stromingen

Slide 1 - Diapositive

Planning
Korte herhaling van 3.3
Uitleg 3.4
Videofragment over Feminisme
Opdrachten maken

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog van 3.3?

Slide 3 - Carte mentale

Wat is de sociale kwestie?

Slide 4 - Question ouverte

Politieke stromingen
  1. Liberalisme
  2. Socialisme (en communisme)
  3. Confessionalisme (katholieken en protestanten) 


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Liberalisme
  • Persoonlijke vrijheid

  • De overheid bemoeit zich zo min mogelijk  met de mensen

  • Weinig regels voor de economie

Slide 7 - Diapositive

Conservatieven
Tegenstanders van de liberalen.

Conservatieven wilden zo weinig mogelijk veranderen, alles moest zo blijven als het was.

Slide 8 - Diapositive

Opkomst van politieke partijen
Groepen die het met elkaar eens waren richten politieke partijen op om hun ideeën voor elkaar te krijgen.

Politieke partij = een politiek organisatie die zich verkiesbaar stelt. Ze wil meedoen het land/provincie om gemeente te besturen

Slide 9 - Diapositive

Confessionalisme
  • Politieke stroming waarbij men uitgaat van het geloof:
  1. Katholieken
  2. Protestanten

Slide 10 - Diapositive

Confessionelen krijgen meerderheid in parlement
Rond 1900 confessionelen meerderheid in parlement.

Dit lukte omdat Protestanten en Katholieken samen gingen werken.

Slide 11 - Diapositive

Openbaar en christelijk onderwijs
  • Openbare scholen kregen geld van de overheid voor onderwijs.
  • Christelijke scholen kregen geen geld.
  • Confessionelen wilden dat christelijke scholen (bijzonder onderwijs) net zoveel geld kregen als de openbare scholen.
  • 1917 christelijke scholen worden betaald door de overheid

Slide 12 - Diapositive

Socialisme
  • Het socialisme wilde betere arbeidsomstandigheden voor fabrieksarbeiders

  • Karl Marx bedacht het socialisme, hij wilde dat de maatschappij geen klassen en standen meer had

Slide 13 - Diapositive

Sociaal-democraten
  • Partij die voor de arbeiders opkomt
  • Willen gelijkheid
  • Minder verschil tussen rijk en arm
  • Willen door verkiezingen aan de macht komen.

Slide 14 - Diapositive

Communisme
  • extreme vorm van socialisme
  • Alles is eigendom van de staat.
  • Arbeiders zijn de baas -> REVOLUTIE!

Slide 15 - Diapositive

Links - rechts

Slide 16 - Diapositive

Politieke stromingen

Liberalisme: VVD, D'66
Socialisme: PvdA, SP
Confessionalisme: SGP, CU, CDA
Linkse partijen:

SP, PvdA, GroenLinks

Centrumpartijen:
D'66, CDA

Rechtse partijen:
VVD, SGP


Slide 17 - Diapositive

Feministen
  • Streden voor gelijke rechten voor vrouwen
  • Feminisme is een emancipatiebeweging

Slide 18 - Diapositive

Emanciapatiebewegingen
Confessionelen, socialisten en feministen voelden zich achtergesteld.
Ze willen gelijke rechten voor hun groep
Daarom zijn het emancipatiebewegingen

Slide 19 - Diapositive

Eisen feministen 
  • Kiesrecht voor vrouwen
  • Dat vrouwen door mochten studeren (HBS en universiteit) Let op, dit gold alleen de vrouwen die uit de hogere burgerij kwamen.

Slide 20 - Diapositive

Opdrachten Werkboek
Maak  een begin aande opdrachten in je werkboek over 3.4

Je krijgt hier ongeveer 10 minuten de tijd voor.

Je mag rustig overleggen met je buurman of buurvrouw op fluister niveau.

Slide 21 - Diapositive