1.4 De zon als motor: Neerslag

1.4 De zon als motor: neerslag
Deelvraag: Hoe ontstaat neerslag?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

1.4 De zon als motor: neerslag
Deelvraag: Hoe ontstaat neerslag?

Slide 1 - Diapositive

Wat is luchtdruk?
A
De druk van lucht op de aarde
B
De luchtlaag rond de aarde
C
Opstijgende lucht
D
Dalende lucht

Slide 2 - Quiz

Punten met een gelijke luchtdruk
heten:
A
Isobaren
B
Isothermen
C
Isotopen
D
Isostaren

Slide 3 - Quiz

Wind waait altijd van een laag luchtdruk gebied naar hoog Luchtdruk gebied.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Stel; In Nederland is de luchtdruk laag en in Duitsland de luchtdruk hoog. Wat gebeurt er?
A
Niets
B
Er ontstaat wind van Nederland naar Duitsland
C
Er ontstaat wind van Duitsland naar Nederland
D
De wind waait vanuit beide landen richting de evenaar

Slide 5 - Quiz

Welk luchtdrukgebied hangt er boven de plaats op de foto?
A
Hoge luchtdrukgebied
B
Lage luchtdrukgebied

Slide 6 - Quiz

Welk luchtdrukgebied hangt er boven de plaats op de foto?
A
Hoge luchtdrukgebied
B
Lage luchtdrukgebied

Slide 7 - Quiz

Welk luchtdrukgebied hangt er boven de plaats op de foto?
A
Hoge luchtdrukgebied
B
Lage luchtdrukgebied

Slide 8 - Quiz

Welk luchtdrukgebied hangt er boven de plaats op de foto?
A
Hoge luchtdrukgebied
B
Lage luchtdrukgebied

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen 1.4
Aan het einde van 1.4 ken/kun je:

  • Het ontstaan van wolken en bijbehorende processen beschrijven en verklaren
  • Soorten neerslag beschrijven en verklaren
  • De waterkringloop beschrijven en verklaren 

Slide 11 - Diapositive

Hoe ontstaat neerslag?
  • water verdampt
  • Warme lucht met waterdamp stijgt op en koelt af.
  • Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht.
  • Lucht die afkoelt raakt verzadigd. Waterdamp condenseert tot water in kleine druppeltjes (wolken).
  • Als de druppeltjes te groot worden kunnen ze niet meer blijven zweven maar vallen door de zwaartekracht naar beneden: NEERSLAG

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

1.4 De zon als motor: Neerslag
Soorten neerslag
- Stijgingsneerslag 

- Frontale neerslag 

- Stuwingsneerslag 

Slide 14 - Diapositive

Ontstaan van neerslag
Ontstaan neerslag
Neerslag ontstaat als lucht opstijgt:
  • Hoe hoger je komt hoe kouder het wordt.
  • Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

Korte kringloop
Neerslag valt meteen weer terug in de zee.
Lange kringloop
Neerslag valt op het land en komt via een omweg ( rivieren en grondwater) weer terug in de zee.
Waterkringloop
De voortdurende verplaatsing van water over de aarde.

De hoeveelheid water op aarde verandert niet!!! 

Slide 21 - Diapositive

De waterkringloop
verdamping oppervlaktewater
Verdamping plantengroei
Infiltratie
Vloeibaar naar gasvormig
Gasvormig naar vloeibaar
Opgeslagen in de vorm van ijs
Motor van de kringloop van het water

Slide 22 - Diapositive

1.4 De zon als motor: Neerslag

Slide 23 - Diapositive

Zelfstandig werken

Opdracht 2 t/m 7 van 1.4 maken

Slide 24 - Diapositive

Leerdoelen 1.4
Aan het einde van 1.4 ken/kun je:

  • Het ontstaan van wolken en bijbehorende processen beschrijven en verklaren
  • Soorten neerslag beschrijven en verklaren
  • De waterkringloop beschrijven en verklaren 

Slide 25 - Diapositive