Grammatica zinsdelen





Gemaakt door: Anna Lotte, Zen, Kevin en Hillechien




1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon





Gemaakt door: Anna Lotte, Zen, Kevin en Hillechien




Slide 1 - Diapositive

Zinsdelen 
  • Een zin bestaat uit verschillende zinsdelen. Je kunt dit aangeven met zinsdeelstrepen. 
Voorbeeldzin; De man/heeft/de hond/uitgelaten.
  • Zinsdeel bestaat uit; één of meerdere groepjes woorden die bij elkaar horen. 
  • Het gezegde is altijd één zinsdeel, ook als de woorden uit elkaar staan. Dit is een uitzondering. 

Slide 2 - Diapositive

Zinsdelen vinden
1. De woorden die je samen voor de persoonsvorm kunt zetten, zijn één zinsdeel.

2. Verander de volgorde van de zin en kijk dan welke woorden bij elkaar blijven staan. Deze woorden vormen samen één zinsdeel.

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld:
- De vrouw heeft vandaag bij de Jumbo boodschappen gedaan. 

Vandaag / heeft /  de vrouw boodschappen gedaan bij de Jumbo.
Bij de Jumbo / heeft / de vrouw vandaag boodschappen gedaan.
Heeft de vrouw vandaag bij de Jumbo boodschappen gedaan?
(Hierbij gebruik je de uitzondering)



Slide 4 - Diapositive

Hak deze zin in zinsdelen:
Vorige week heb ik mijn nichtje een fles parfum gegeven.
A
Vorige week/ heb/ ik mijn nichtje/ een fles/ parfum gegeven.
B
Vorige week/ heb/ ik/ mijn nichtje/ een fles parfum/ gegeven.
C
Vorige/ week/ heb/ ik/ mijn nichtje/ een fles parfum gegeven.
D
Vorige week/ heb ik/ mijn nichtje/ een fles parfum/ gegeven.

Slide 5 - Quiz

Zet zinsdeelstrepen in deze zin:
Vandaag heb ik een ijsje gekocht in de stad.

Slide 6 - Question ouverte

Wat is een zinsdeel?
A
een stukje informatie
B
één woord
C
meerdere woorden
D
één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen

Slide 7 - Quiz

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
Ik heb een nieuwe achtergrond ingesteld op mijn telefoon.
A
2
B
6
C
5
D
3

Slide 8 - Quiz

Verdeel deze zin in zinsdelen en geef dit aan met zinsdeelstrepen:
Het gezin heeft een fotoshoot gewonnen van 30 euro.

Slide 9 - Question ouverte

Samengevat zinsdelen vinden:

- Zoek de persoonsvorm
- Verdeel de zin in zinsdelen:
De woorden die je voor de persoonsvorm kunt zetten, zijn één zinsdeel.
De woorden die naast elkaar blijven staan als de volgorde van de  zin verandert, zijn één zinsdeel. Het gezegde is altijd één zinsdeel!

Slide 10 - Diapositive