Marketing

MARKETING
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
marketingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Introduction

Na deze les heb je geleerd hoe producenten met een marketingmix in kunnen spelen op de behoeften van hun doelgroep. Je weet wat schaarste is, en je kunt uitleggen welke middelen nodig zijn om in primaire als secundaire behoeften te kunnen voorzien.

Éléments de cette leçon

MARKETING

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je van Marketing?

Slide 2 - Question ouverte

Leerdoelen
Na deze les heb je geleerd hoe producenten met een marketingmix in kunnen spelen op de behoeften van hun doelgroep. Je weet wat schaarste is, en je kunt uitleggen welke middelen nodig zijn om in primaire als secundaire behoeften te kunnen voorzien.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Er zijn twee soorten behoeften:
  • primaire behoeften (de noodzakelijke behoeften)
  • secundaire behoeften (luxe)

Slide 5 - Diapositive

Wat is marketing?
Ondernemers proberen zoveel mogelijk winst te maken. Ze zullen daarvoor zo goed mogelijk in moeten spelen op de behoeften van de doelgroep.

Om zo goed mogelijk in te spelen op deze behoeften doen ze marktonderzoek en gebruiken ze marketinginstrumenten.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat is een doelgroep?

Slide 8 - Question ouverte

De doelgroep jongeren
Relatief veel koopkracht: 
Jongeren hebben nog weinig te maken met vaste lasten en hun ouders betalen veel van de basisbehoeften. Het geld dat ze hebben kunnen ze besteden aan luxe goederen.

Invloed op bestedingen thuis: 
Jongeren zorgen ervoor dat ouders bepaalde goederen en dienten gaan aanschaffen. Door jongeren te beïnvloeden kunnen ze dus ook de ouders bereiken.

Vorming van koopgewoonten: 
Als jongeren gewend zijn om bepaalde producten te kopen blijven ze dat waarschijnlijk hun hele leven doen. Jongeren zijn de consumenten van de toekomst.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Marketinginstrumenten
Voor de marketing hebben ondernemers marketinginstrumenten nodig, dit noem je de marketingmix en deze bestaat uit 6 p's.

De 6 P's staan voor: 
product, prijs, plaats, personeel, presentatie en promotie.

Slide 11 - Diapositive

Waarom zijn jongeren een belangrijke doelgroep?

Slide 12 - Question ouverte

Welke is een primaire behoefte?
A
brood
B
smartphone
C
auto
D
vakantie

Slide 13 - Quiz

Noem een secundaire behoefte.

Slide 14 - Question ouverte

H&M opent een nieuwe vestiging. Over welk marketinginstrument gaat het hier?
A
product
B
personeel
C
promotie
D
plaats

Slide 15 - Quiz

Wat is B2B?
Wat is B2C?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Het Merk Coca Cola maakt reclame op tv.
Dit is een voorbeeld van:
A
Consumentenmarketing
B
Trademarketing
C
TV-advertisement
D
Detaillistenmarketing

Slide 18 - Quiz

HANOS (groothandel) heeft in de folder een aanbieding voor een Pallet Coca Cola blikjes
Dit is een voorbeeld van:
A
Consumentenmarketing
B
Trademarketing
C
Retailmarketing
D
Detaillistenmarketing

Slide 19 - Quiz

AH heeft in de weekfolder een aanbieding voor een 6-Pack Coca Cola blikjes
Dit is een voorbeeld van:
A
Consumentenmarketing
B
Trademarketing
C
Retailmarketing
D
Detaillistenmarketing

Slide 20 - Quiz

Wat is E-commerce?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Een bedrijf heeft een website alleen ter informatie voor klanten. Er kunnen geen producten besteld worden via de website. Dit is een voorbeeld van:
A
E-commerce
B
E-Tailing
C
E-business
D
Online marketing

Slide 23 - Quiz

Een bedrijf heeft een website waarbij de klant rechtstreeks een bestelling kan plaatsen. Dit is een voorbeeld van:
A
E-commerce
B
E-Tailing
C
E-business
D
Online marketing

Slide 24 - Quiz

Een bedrijf heeft online verkopers. Deze verkopers maken via een online gesprek een aanbod voor de klant op maat. Dit is een voorbeeld van:
A
E-commerce
B
E-Tailing
C
E-business
D
Online marketing

Slide 25 - Quiz

Een bedrijf heeft online verkopers. Deze verkopers maken via een online gesprek een aanbod voor de klant op maat. Dit is een voorbeeld van:
A
E-commerce
B
E-Tailing
C
E-business
D
Online marketing

Slide 26 - Quiz

Wat is Online Marketing?

Slide 27 - Question ouverte

Niene adverteert op de site van Google. Dit is een voorbeeld van:
A
SEO
B
SEA
C
Affiliatie marketing
D
Dropshipment

Slide 28 - Quiz

Niene adverteert op een andere web site dan die van haarzelf. Dit is een voorbeeld van:
A
SEO
B
SEA
C
Affiliatie marketing
D
Dropshipment

Slide 29 - Quiz

Niene werkt haar website bij zodat ze op een natuurlijke wijze hoog in de zoekresultaten komt te staan
A
SEO
B
SEA
C
Affiliatie marketing
D
Dropshipment

Slide 30 - Quiz

Saahil besluit naast zijn webshop ook een winkel te openen. Zijn systemen zijn nog niet op elkaar aangepast dus het zijn twee verschillende kanalen die nog niet met elkaar communiceren. Dit is een voorbeeld van:
A
Multi Channel
B
Single Channel
C
Cross Channel
D
Omni Channel

Slide 31 - Quiz

Saahil besluit naast zijn webshop ook een winkel te openen. Zijn systemen zijn na veel werk eindelijk enigszins op elkaar aangesloten dus het zijn nu twee verschillende kanalen die matig met elkaar communiceren. Dit is een voorbeeld van:
A
Multi Channel
B
Single Channel
C
Cross Channel
D
Omni Channel

Slide 32 - Quiz

Saahil besluit naast zijn webshop ook een winkel te openen. Zijn systemen zijn na veel werk eindelijk volledig op elkaar aangesloten dus het zijn nu twee verschillende kanalen die optimaal met elkaar communiceren. Dit is een voorbeeld van:
A
Multi Channel
B
Single Channel
C
Cross Channel
D
Omni Channel

Slide 33 - Quiz

Saahil verwijderd een slechtlopend product uit zijn assortiment. Dit is een voorbeeld van:
A
Saneren
B
Trading-Up
C
Trading-Down
D
Restylen

Slide 34 - Quiz

Saahil voegt een duurder product toe aan zijn assortiment. Dit is een voorbeeld van:
A
Saneren
B
Trading-Up
C
Trading-Down
D
Restylen

Slide 35 - Quiz

Bij Trading-Down bestaat het gevaar dat de omzet van het goedkopere product ten kost gaat van de omzet van het duurdere product. Dit is een voorbeeld van:
A
Saneren
B
Trading-Up
C
Trading-Down
D
Kannibalisatie

Slide 36 - Quiz

Het verschijnsel dat veel Retail formules uiteindelijk op elkaar gaan lijken en ook dezelfde fases doorlopen kennen we als:
A
De Wheel of Retailing
B
Product Levenscyclus
C
Up-grading
D
Marktsegmentatie

Slide 37 - Quiz

Het verschijnsel dat producten verschijnen en weer verdwijnen kennen we als:
A
De Wheel of Retailing
B
Product Levenscyclus
C
Up-grading
D
Marktsegmentatie

Slide 38 - Quiz

Innovaties die "oude" verdienmodellen verstoren noemen we:
A
Disruptief
B
Product Levenscyclus
C
Up-grading
D
Marktsegmentatie

Slide 39 - Quiz

Je doelgroep splitsen om ze zo beter te kunnen bedienen noemen we:
A
Disruptief
B
Product Levenscyclus
C
Up-grading
D
Marktsegmentatie

Slide 40 - Quiz

De verkoop van een product blijft stabiel maar groeit niet meer. Welke fase handelt het zich hier in de productlevenscyclus?
A
Groeifase
B
Neergang
C
Volwassenheid
D
Innovatie

Slide 41 - Quiz

De verkoop van een product daalt. Welke fase handelt het zich hier in de productlevenscyclus?
A
Groeifase
B
Neergang
C
Volwassenheid
D
Innovatie

Slide 42 - Quiz

Hoe kan men voorkomen dat de verkoop van een product stagneert?
A
Groeifase
B
Neergang
C
Volwassenheid
D
Innovatie

Slide 43 - Quiz

Om Austin Martin auto's te mogen verkopen moet je aan strenge regels voldoen. Dit is een voorbeeld van:
A
Distributie
B
Selectieve Distributie
C
Intensieve Distributie
D
Exclusieve distributie

Slide 44 - Quiz