H4 - week 15 - lesson 1 & 2

Today's objectives

Tests period 4
Reading comprehension
Vocabulary unit 4.1
Grammar 4.1 - tenses review

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Today's objectives

Tests period 4
Reading comprehension
Vocabulary unit 4.1
Grammar 4.1 - tenses review

Slide 1 - Diapositive

Tests - period 4

  • Unit 4  (test week - in school)

  • Listening - Friday May 28 - after 14:00 PM (in school)

      -  H4E - vrijdag 28 mei - 2e en 3e online lesuur eruit - leerlingen op school van 14:00-14:40 uur voor luistertoets- lokalen 119                   en  115 reserveren (NIET 117)
      -   H4C - vrijdag 28 mei - 4e en 5e online lesuur eruit - leerlingen op school van 14:50-15:30 uur voor luistertoets - lokalen 119                en 115 reserveren (NIET 117)

  • Reading (in school)

  • Speaking - video of 5 min. (individually) or 10 min. (in pairs on an English topic/English-speaking country (April 9th - till April 29th) - submit online using www.wetransfer.com


Slide 2 - Diapositive

Unit 4 - grammar/vocab/expressions
Blessed are the curious for they shall have adventures.
– 

Slide 3 - Diapositive

Were you curious as a child
& about what?

Slide 4 - Carte mentale

Unit 4 - lesson 1 - Skimming
Ex. 1

Skim the text by reading just the introduction, the headings and the first sentence of each paragraph

Then, write down the number of the paragraph that each title refers to.

Slide 5 - Diapositive

Lesson 4.1
Read text 4.1  - Curiosity the Fuel of Development
  • Reading comprehension - Answer questions 2 - 6
  • Vocabulary - Do ex. 9 = HW next class
  • Grammar - Read ex. 10 & 11 + Read the grammar in 
       Of Course/these slides 
  • Speaking ex. 11 (or given in som) in break-out rooms
  • Choice: Listening ex. 12 (= hw/start working on this) OR extra grammar explanation for resit

Slide 6 - Diapositive

Tenses review - past simple & used to
Past Simple (verb +ed/2nd form)
  • action finished in the past & when is important/mentioned; 
  • a sequence of actions in the past;
  • signal words: yesterday, when, last, in 1945 etc.


Used to - to talk about habits/situations in the past; 
i.e. I used to sleepwalk = vroeger slaapwandelde ik altijd





Slide 7 - Diapositive

Tenses review - past continuous
Past Continuous (was/were + verb + ing) - 
  • to emphasize duration (2 actions going on for a longer time; 1 longer action when a shorter action - Past Simple - interrupted);
  • to signal irritation
  •  to indicate sth. was already  going on when sth. else interrupted; 
  • descriptive 
  • signal words: while, when, all the time always etc.





Slide 8 - Diapositive

Tenses review - Future Simple
Future Simple  - to talk about any action in the future:

  • will = future facts; intentions, hopes, promises, offers, spontaneous decision at the moment of speaking; weather forecasts; prediction not based on evidence

  • going to = intention/plan, prediction based on evidence

  • present simple = timetables/schedules

  • present continuous = future arrangement (diary appointment - when/where usually known)






Past Perfect (had + 3rd form) - action took place before another action in the past (always accompanied with a verb in the past simple in the sentence)  - signal words: before, after, when 

Slide 9 - Diapositive

Speaking (3 min.) & Video - 5 min.
Video on life's greatest inventions - top 10


What type of invention would you not be able to do without in your life? Is it in the top 10?

What still needs to be invented?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Unit 3 & 4 - Active sentence

A) I gave him the flowers.

B) She has done the dishes.

Het onderwerp (I/she) DOEN de actie 
(actie = het ww - geven/de afwas doen)

Slide 12 - Diapositive

Unit 3 & 4 - Passive sentence
A) 1) The flowers were given to him by me. (the flowers = lijdend voorwerp; wie/wat werd er gegeven)
A) 2)He was given the flowers by my (he = meewerkend vw.; AAN/VOOR wie werd er gegeven)

B) The dishes have been done by me.

Het onderwerp (the flowers/he) ONDERGAAT de actie 
(actie = het ww -> geven/de afwas doen )

-> WERDEN GEGEVEN/WERDEN AFGEWASSEN

Slide 13 - Diapositive

Passive Voice = to be + 3e vorm met 
present simple; past simple
De zin passief maken:
  • Zet het lijdend of het meewerkend voorwerp  vooraan als onderwerp
  • Kijk naar het werkwoord in de ACTIEVE zin -> pak de derde vorm van het ww. + zet "to be" in de juiste tijd
  • Pas de vorm van to be aan, aan het onderwerp (enkelvoud of meervoud)


Actief: He gives  her the flowers. 
1) Flowers = lijdend voorwerp (wat wordt er gegeven?); Her = meewerkend voorwerp (AAN/VOOR wie wordt het gegeven)
2) gives = present simple -> 3e vorm hele ww give = given; to be (present simple) -> am/is/are
3) The flowers are given to her; She is given the flowers

Actief: He gave her kisses.
1) Kisses = lv. (wat wordt er gegeven?); Her = mwv. (AAN/VOOR wie wordt het gegeven)
2) gave = past simple -> 3e vorm hele ww give = given; to be (past simple) ->was /were
3)Kisses were given to her; She was given kisses .





Slide 14 - Diapositive

Passive Voice = to be + 3e vorm met 
present perfect; present continuous
De zin passief maken:
  • Zet het lijdend of het meewerkend voorwerp  vooraan als onderwerp
  • Kijk naar het werkwoord in de ACTIEVE zin -> pak de derde vorm van het ww. + zet "to be" in de juiste tijd
  • Pas de vorm van to be aan, aan het onderwerp (enkelvoud of meervoud)


Actief: He has given her the flowers. 
1) Flowers = lijdend voorwerp (wat wordt er gegeven?); Her = meewerkend voorwerp (AAN/VOOR wie wordt het gegeven)
2) has given = present perfect -> 3e vorm hele ww give = given; to be  (present perfect)-> has/have been
3) The flowers have been given to her; She has been given the flowers

Actief: He is giving her kisses.
1) Kisses = lv. (wat wordt er gegeven?); Her = mwv. (AAN/VOOR wie wordt het gegeven)
2) is giving = present continuous -> 3e vorm hele ww give = given; to be (present continuous) ->am being/is being/are being
3)Kisses are being given to her; She is being given kisses.





Slide 15 - Diapositive

Passive Voice = to be + 3e vorm - met 
past perfect; past continuous
De zin passief maken:
  • Zet het lijdend of het meewerkend voorwerp  vooraan als onderwerp
  • Kijk naar het werkwoord in de ACTIEVE zin -> pak de derde vorm van het ww. + zet "to be" in de juiste tijd
  • Pas de vorm van to be aan, aan het onderwerp (enkelvoud of meervoud)


Actief: He had given her the flowers. 
1) Flowers = lijdend voorwerp (wat wordt er gegeven?); Her = meewerkend voorwerp (AAN/VOOR wie wordt het gegeven)
2) had given = past perfect -> 3e vorm hele ww give = given; to be  (past perfect)-> had been
3) The flowers had been given to her; She had been given the flowers

Actief: He was giving her kisses.
1) Kisses = lv. (wat wordt er gegeven?); Her = mwv. (AAN/VOOR wie wordt het gegeven)
2) was giving = past continuous -> 3e vorm hele ww give = given; to be (past continuous) ->was being/were being
3)Kisses were being given to her; She was being given kisses.





Slide 16 - Diapositive

Passive Voice = to be + 3e vorm met 
hww (will/would/can/could/may/might/must etc.)
De zin passief maken:
  • Zet het lijdend of het meewerkend voorwerp  vooraan als onderwerp
  • Kijk naar het werkwoord in de ACTIEVE zin -> pak de derde vorm van het ww. + zet "to be" in de juiste tijd
  • Pas de vorm van to be aan, aan het onderwerp (enkelvoud of meervoud)


Actief: He will give her the flowers. 
1) Flowers = lijdend voorwerp (wat wordt er gegeven?); Her = meewerkend voorwerp (AAN/VOOR wie wordt het gegeven)
2) Will give = hww + give -> 3e vorm hele ww give = given; to be  (hww + be)-> will be
3) The flowers will be given to her; She will be given the flowers

Actief: He can/may/could/should etc.  give her kisses.
1) Kisses = lv. (wat wordt er gegeven?); Her = mwv. (AAN/VOOR wie wordt het gegeven)
2) can etc. give =hww + give -> 3e vorm hele ww give = given; to be (hww + be) ->can be given 
3)Kisses can be given to her; She can be given kisses.





Slide 17 - Diapositive