1.3 Kans berekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Programma

terugblik

leerdoelen en planning

instructie: §1.3D

zelfwerkzaamheid

afsluiting

Lesdoelen H 1.3 Kansen

• Je weet wat kansen zijn
  
• Je kan de mogelijkheden berekenen
  
• Je kan de kansen bereken

Aantekening - Kans?

-> Je kunt niet met zekerheid zeggen wat er gaat gebeuren

-> Inschatting van wat zal komen

Begrijpen wat kans inhoud

OPDRACHT

Bekijk de tabel met de weersverwachtingen hiernaast.

   a) Op welke dagen is de kans op
         regen het grootst?

   b) Hoe groot is die kans dan?

   c) Op welke dagen is de kans op
         zon het grootst?

   d) Hoe groot is die kans dan?

Hoe groot schat je de volgende kansen?

• Een meisje van 10 heeft een fiets
• Er ligt in juli sneeuw op het schoolplein
• Je wint de hoofdprijs in de Staatsloterij
• Ajax wordt dit jaar kampioen
• Je haalt een voldoende voor wiskunde op je eindlijst
• Morgen valt er regen  

OPDRACHT

Marc speelt mens-erger-je-niet. Hij gooit met één dobbelsteen. Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er per worp?

OPDRACHT

30. Marc speelt mens-erger-je-niet. Hij gooit met één dobbelsteen. Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er per worp?

6

Hoe groot is de kans

Dat Marc 6 gooit en direct mag beginnen?

Kansen berekenen

OPDRACHT

Een geldstuk heeft twee kanten. De kant waar het bedrag op staat noemen we munt. De andere kant heet kop. Dat is omdat er vaak het hoofd van de koning op afgebeeld staat.

Je gooit een geldstuk op en kijkt welke kant boven is.

Hoe groot is de kans op 'kop'?

Hoe groot is de kans op 'kop'?

50%

1 op 2

1/2

(mag allemaal)

Je gooit 80 keer een geldstuk op. Hoe vaak verwacht je dat er "kop" boven ligt? 

Je gooit 80 keer een geldstuk op. Hoe vaak verwacht je dat er "kop" boven ligt? 

"

Je verwacht 50% van het aantal worpen "kop" dus

 50% van 80 is 40 keer "kop"

Welke kans is groter?

1. de kans dat je 6 gooit
2. de kans op geen 6

Welke kans is groter?

1. dat je meer dan 3 (dus 4-5-6) gooit
2. dat je minder dan 3 (dus 1-2) gooit

Hoe groot is de kans dat je

minder dan 3 gooit?

• Stap 1: hoeveel mogelijkheden zijn er?
• Er zijn 6 mogelijkheden (1, 2, 3, 4, 5 of 6)
• Stap 2: hoeveel van die mogelijkheden zijn minder dan 3?
• Er zijn 2 mogelijkheden  (1 en 2)
• Stap 3: deel de gezochte mogelijkheden op het totale aantal (en maak er procenten van)
• 2/6 = 0,33         0,33 x 100% = 33%        of: de kans is 1 op 3

 Kans berekenen:

Werkwijze berekenen van kansen

1. Kijk hoeveel mogelijkheden er in totaal zijn;
2. Kijk hoe vaak de gevraagde mogelijkheid voorkomt;
3. Bereken de kans door de deling te maken
   Kans = aantal keer voorkomen / totaal aantal mogelijkheden

(!) Opschrijven als breuk of percentage

De kans dat je minder dan 3 gooit is dus 33%.

Hoeveel keer 'minder dan 3' verwacht je als je 60 keer gooit?

De kans dat je minder dan 3 gooit is dus 33%.

Hoeveel keer 'minder dan 3' verwacht je als je 60 keer gooit?

Elke keer is de kans 33% dus 33% van 60 = 33 : 100 x 60 = 20 keer.

Je gooit 2 keer een munt op. 

Hoe groot is de 

kans op 2 keer munt?

Je gooit 2 keer een munt op. 

Hoe groot is de 

kans op 2 keer 'munt'?

Je gooit 2 keer een munt op. 

Hoe groot is de 

kans op 2 keer 'munt'?

1.  aantal mogelijkheden: 4
2.  voldoen aan eis (mm): 1
3.  kans = 1/4 = 0,25 = 25%                                                          (ook wel: de kans is 1 op 4)

Programma

terugblik

leerdoelen en planning

instructie: §1.3D

zelfwerkzaamheid

afsluiting

 Kans berekenen:

Werkwijze berekenen van kansen

1. Kijk hoeveel mogelijkheden er in totaal zijn;
2. Kijk hoe vaak de gevraagde mogelijkheid voorkomt;
3. Bereken de kans door de deling te maken
   Kans = aantal keer voorkomen / totaal aantal mogelijkheden

(!) Opschrijven als breuk of percentage

Lesdoelen behaald?

• Je weet wat kansen zijn
  
• Je kan de mogelijkheden berekenen
  
• Je kan de kansen bereken

Kans berekenen

Je gooit de munt en de dobbelsteen. Hoe groot is de kans op 'kop' en 'even'?

Je gooit de munt en de dobbelsteen. Hoe groot is de kans op 'kop' en 'even'?

stap 1:

2 x 6 = 12 mogelijkheden

stap 2: 

 3 mogelijkheden ok

stap 1:

2 x 6 = 12 mogelijkheden

stap 2:

komt 3x voor

stap 3:

kans: 3/12 = 1/4 = 25% of

kans = 1 op 4

 Kans berekenen:

Werkwijze berekenen van kansen

    0. Maak een wegendiagram als meerdere onderdelen worden gecombineerd

1. Kijk hoeveel mogelijkheden er in totaal zijn;
2. Kijk hoe vaak de gevraagde mogelijkheid voorkomt;
3. Bereken de kans door de deling te maken
   Kans = aantal keer voorkomen / totaal aantal mogelijkheden

(!) Opschrijven als breuk of percentage

Lesdoelen behaald?

• Je weet wat kansen zijn
  
• Je kan de mogelijkheden berekenen
  
• Je kan de kansen bereken