Les 4 H7 | paragraaf 3 Kans havo 3.1 t/m 3.4 vwo: 2.1 t/m 2.3 en 5.1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

 Kans

Aantekening - Kans?

-> Je kunt niet met zekerheid zeggen wat er gaat gebeuren

-> Inschatting van wat zal komen

Wat gaan we doen?

Huiswerkvragen?
Uitleg over kansen en percentages havo en vwo
Uitleg vwo: Steekproeven

Aan het werk Havo: 3.1 t/m 3.4
Vwo: 2.1 t/m 2.3 en 5.1

je leert deze les....

• Percentages vertalen naar kansen
• Ontdekken wat een kansexperiment is
• Kansen noteren met de P-notatie
• Verschillende methodes gebruiken om kans te berekenen
• vwo: Begrijpen wanneer een steekproef representatief is
  

OPDRACHT

30. Marc speelt mens-erger-je-niet. Hij gooit met één dobbelsteen.

Hoeveel mogelijkheden zijn er?

Welke kans is groter?

1. de kans op 6
2. de kans op geen 6

Welke kans is groter?

1. meer dan 3
2. minder dan 3

OPDRACHT

39. Een geldstuk heeft twee kanten. De kant waar het bedrag op staat noemen we munt. De andere kant heet kop. Dat is omdat er vaak het hoofd van de koning op afgebeeld staat.

Je gooit een geldstuk op en kijkt welke kant boven is.

Hoe groot is de kans op kop? Je mag antwoord in breuken en procenten.

Je gooit 80 keer een geldstuk op. Hoe vaak verwacht je dat er "kop" boven ligt?

A - kansberekenen

Werkwijze berekenen van kansen

1. Kijk hoeveel mogelijkheden er in totaal zijn;
2. Onderzoek hoe vaak de gevraagde mogelijkheid voorkomt;
3. Bereken de kans door de deling te maken
     

(!) Opschrijven als breuk of percentage

P=​totaalaantalmogelijkeaantallen​​aantalgewensteuitkomsten​​

3.4 Verschillende methodes gebruiken om kansen te berekenen. 

zoals kop of munt

Dat er onderzocht is welke bloedgroep men heeft

Wat is er in het verleden gebeurd. Vertragingen bij de NS

Aan de slag

3.1 tot en met 3.4