D1 Past simple introduction

D1 Past simple introduction
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

D1 Past simple introduction

Slide 1 - Diapositive

After today's lesson.... 
- I will have read some more from my book 
- I will know when to use the past simple
- I will know the rules to form a past simple
- I will know what irregular verbs are and what to do with them.
- I will know the signal words for the past simple 

Slide 2 - Diapositive

Homework: take a look at the correct answers 

Slide 3 - Diapositive

Past Simple
Past simple!

Slide 4 - Diapositive

Past Simple

Slide 5 - Diapositive

Lees de zinnen en wacht op de vraag. 
I met him last week.
We saw a great movie yesterday
The new Avatar movie was released two months ago
I was born in 2007
They met when they were in primary school
I read the book before I watched the movie 

Slide 6 - Diapositive

Wat weet je zeker over alles wat in de zinnen stond?
A
Wanneer ze zijn gebeurd
B
Dat ze afgelopen zijn
C
Dat ze nog bezig zijn
D
Je weet A en B

Slide 7 - Quiz

De past simple 
Je gebruikt de past simple voor dingen 
- die in het verleden gebeurd zijn
- die nu afgelopen zijn
- waarvan je weet wanneer ze gebeurd zijn OF waarvan je KUNT weten wanneer ze gebeurd zijn (WW2 ended in 1945, Queen Elizabeth died in 2022) 

Slide 8 - Diapositive

De past simple: signaalwoorden
Schrijf in je schrift: 
W
A
L
I
B
Y

Slide 9 - Diapositive

De past simple: signaalwoorden
Vul nu aan: 
When ....... (I was five years old) 
Ago     (Five years ago) 
Last    (Last week, last month) 
In...... (In 2010, in November of last year) 
Before ....  (Before I was born, before I met him)
Yesterday  (I finished my book yesterday) 

Slide 10 - Diapositive

Past simple: bevestigend, regelmatig   
Weet je nog: een bevestigende zin: een zin waarin je zegt DAT iets zo is (dus geen vraag, geen ontkenning) 

Regelmatig of onregelmatig: 
- REGELmatig: je kunt altijd dezelfde regel toepassen.
- ONregelmatig: een vorm die zich niet aan deze regel houdt; die moet je uit je hoofd leren. 



Slide 11 - Diapositive

Kun je de regel vinden? 
When I was little, I lived in Amsterdam
I walked to school earlier this morning 
Last week we baked cakes for my birthday 
I stopped taking swimming lessons in 2012
Before going to school, I watched Netflix. 
I studied for my geography test yesterday 
They listened to their favourite songs on Spotify yesterday. 

Slide 12 - Diapositive

Hoe maak je een regelmatige past simple ?

Slide 13 - Question ouverte

De regel: 
Stam + ed
De stam is gelijk aan het hele werkwoord (zonder "to") 

Maar soms gebeurt er iets met de spelling. 
Medeklinker + y:                   y wordt  - ied 
Klinker+ enkele medeklinker:              medeklinker verdubbelt 
Stam eindigt op -e:                alleen een d toevoegen 

Slide 14 - Diapositive

Who? 
lived
You
lived
He/she/it
lived
We
lived
You 
lived
They
lived

Slide 15 - Diapositive

PAST SIMPLE:
Welke zin gebruikt de Past Simple?
A
I always walk to school.
B
I am reading a book now.
C
I organised a party past week.
D
Will you come to my party tomorrow?

Slide 16 - Quiz

PAST SIMPLE:
in welke zin wordt de past simple gebruikt?
A
I have lived in Purmerend for 13 years.
B
I was living in Purmerend.
C
I lived in Purmerend in 2010
D
I am living in Purmerend.

Slide 17 - Quiz

My brother .................. (marry) his girlfriend last year.

Slide 18 - Question ouverte

Yesterday we ................... (bake) a cake.

Slide 19 - Question ouverte

We ................ (visit) the Tower of London when we were in England.

Slide 20 - Question ouverte

I ............... (laugh) so hard when my friend fell off his chair in class.

Slide 21 - Question ouverte

I have no idea what he was on about when he ...................... (talk) about nuclear fission.

Slide 22 - Question ouverte

We ............... (watch) Barbie on the day it was released in the cinema.

Slide 23 - Question ouverte

They ............... (listen) attentively when the teacher explained the past simple.

Slide 24 - Question ouverte

He ............. (travel) to Australia last November.

Slide 25 - Question ouverte

Earlier this morning I ............. (walk) to school.

Slide 26 - Question ouverte

Luckily, the bus ............ (stop) before it hit the car in front of it.

Slide 27 - Question ouverte

He ............ (grab) a candy bar from the cupboard and put it in his bag.

Slide 28 - Question ouverte

I ............... (cry) so much when Jack died in Titanic!

Slide 29 - Question ouverte

We ................ (stay) in a Riad when we were on holiday in Marrakesh

Slide 30 - Question ouverte

I ................. my teddy bear when I was younger.

Slide 31 - Question ouverte

Past Simple met 'be'
Hoe maak je de Past Simple met 'be'?


I, He, She, It
was
You, they, we
Were

Slide 32 - Diapositive

Irregular verbs 
Je hebt de regel geleerd voor regelmatige werkwoorden: die eindigen op -ed. 
Er zijn ook ONregelmatige werkwoorden. Die hebben een eigen vorm en je moet ze uit je hoofd leren. Op bladzijde 203 staat een lijst. Voor het SO moet je de eerste 35 kennen. De beste manier om ze te leren: hardop opdreunen! 
Kijk mee naar de lijst, dan leg ik nog wat uit. 

Slide 33 - Diapositive

Ik weet wanneer ik de past simple moet gebruiken
0100

Slide 34 - Sondage

Ik ken de signaalwoorden van de past simple
0100

Slide 35 - Sondage

Ik weet hoe ik de regelmatige vorm van de past simple moet maken
0100

Slide 36 - Sondage

To work! 
Do exercise 55 and 56 on page 91/92 
This is NOT homework: we'll check it in 10  minutes. 

Slide 37 - Diapositive

Homework
DO: Stepping Stones online Slim Stampen, Grammar 14a and 15a & oefening 55 en 56 op bladzijde 91 /92
STUDY: STudy the first fifteen irregular verbs on page 203. 

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive