2C -wo230621

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Was machen wir heute?

• Überhören 
  
• Korrigieren
• Wiederholung Verben
• An die Arbeit
• Hausaufgaben

ich (müssen)

Stefanie... (möchten)

wir... (wollen)

du... (dürfen)

ihr... (sollen)

er... (mögen)

Korrigieren  - Lesen

Aufgabe 14  (Seite 74)

Aufgabe 47  (Seite 92)

Werkwoorden op -en

1. Hele werkwoord -en 
2. Je houdt de stam over
3. Juiste uitgang erachter (FEESTTENTEN)  

Voltooid deelwoord: 

Ge + stam + t

Werkwoorden op -en

ich kaufe

du kaufst

er/sie/es/man kauft

wir kaufen

ihr kauft

sie kaufen

Sie kaufen

Uitzondering

Eindigt de stam op een D of een T? 

Dan een extra -e tussen de stam en de uitgang bij du, er/sie/es/man 

Antworten --> antwort

Du antwortest 

Slim stampen

Hausaufgaben

Freitag 25. Juni

Leren: sollen, wollen, mögen möchten, können, dürfen, müssen en wissen en ww op -en met uitzonderingen

Machen: Slim stampen