1c donderdag 14 januari fictie / h3 taalverzorging

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

1C - start online les = 13:00
Nodig: Lessonup + je leesboek

Camera aan - microfoon uit - actieve deelname 

Vandaag (1e les)

1. Opening en terugblik vorige les ~5 min
2. Uitleg fictieopdracht ~5 min
3. Voorbeelden bekijken en bespreken ~10 min 
4. Start maken, zelfstandig --> Tot 13:40 

Lesdoel: Aan het einde van de les weet jij wat een boekenpitch is en hoe je dit kan doen. 

Terugblik vorige les

Lesdoel was: Aan het einde van de les kan jij jouw mening over een boek verwoorden. 

Hoe?

                       Voorbeeld

Wat is een 'boekenpitch'?

Belangrijk bij een boekenpitch

De opdracht!

Google Classroom

Pitch klassikaal bekijken.

Wat vind je goed aan deze pitch?

En wat vind je van deze pitch?

Aan de slag!

1. Open het document via de Google Classroom
2. Open een document of pak je schrift.
3. Schrijf vast op wat je wil vertellen. 
TIP: Maak een woordweb! 

Je kan ook nog voorbeelden bekijken op Youtube of nu nog een stukje lezen in je boek. 

Afsluiting 1e les

Morgen = tijdens de les boekenpitch opnemen
Volgende les = 14:00 

Nodig: Lessonup + Nederlands boek + schrift

1C - start online les = 14:00
Nodig: Lessonup + Nederlands boek en schrift

Camera aan - microfoon uit - actieve deelname 

Vandaag (2e les)

1. Terugblik grammatica
2. Uitleg H3 taalverzorging: werkwoordelijk gezegde 
3. Aan de slag! 
4. Afsluiting 

Lesdoel: Aan het einde van de les kun je het werkwoordelijk gezegde vinden. 

Persoonsvorm? Muziek kan heel veel emotie losmaken bij mensen.

1. Muziek
2. kan
3. emotie
4. losmaken

Persoonsvorm? Gaat Ruud vandaag een keer met de trein naar zijn werk?

1. Gaat
2. Ruud
3. de trein
4. naar zijn werk?

Herhaling: persoonsvorm

• Persoonsvorm = zinsdeel
• Persoonsvorm = altijd een werkwoord 
• 2 manieren om de pv te vinden:
  1. de tijdproef
  2. de vraagproef 

Onderwerp? Veel mensen vinden scheef hangende lijsten heel irritant.

1. Veel mensen
2. vinden
3. scheef hangende lijsten
4. heel irritant

Onderwerp? Afgelopen dinsdag gaf onze mentor het gewijzigde lesrooster.

Herhaling: onderwerp

• Onderwerp = zinsdeel  
• Onderwerp en persoonsvorm horen bij elkaar
  --> ze zijn óf allebei enkelvoud óf allebei meervoud
• 2 manieren om het ow te vinden:
  1. Wie/wat + persoonsvorm?
  2. Verander de pv van getal. Het zinsdeel dat ook verandert = het onderwerp.

Volgende stap: werkwoordelijk gezegde

Stap 1: pv
Stap 2: zinsdeelstrepen
Stap 3: ow
Stap 4: wg

Werkwoordelijk gezegde

• Wg = een zinsdeel
• Wg = alle werkwoorden in de zin, inclusief de pv
• Zegt wat het ow doet of overkomt
  
  Bijvoorbeeld: De gymleraar heeft de basketballen vast gepakt. 
  Wg = heeft gepakt  

Aan de slag! Klaar? Je mag gaan!

WAT: H3 taalverzorging (blz.84*) opdracht 1 t/m 3 

HOE: Studiewijzerplus / schrift (dan inleveren via Classroom) 

HULP: Theorie erbij pakken. Vragen in de Google Meet

KLAAR: Nakijken // lezen in je leesboek // pitch voorbereiden 

Ik kan het werkwoordelijk gezegde vinden in een zin.

1. Ja
2. Nee
3. Soms wel, soms niet

Ik heb nog een vraag over de pv, het ow of het werkwoordelijk gezegde

1. Ja
2. Nee, geen vraag

Afsluiting

Opdrachten gemaakt in je schrift? Lever het dan in via de Google Classroom. Ik teken dit af. 
Gemaakt via Studiewijzerplus? Dan kan ik dit zien en teken ik dit ook af. 

Morgen = fictieopdracht pitch opnemen. 
Tot morgen :)