lesson 6

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs

Unit 6 - lesson 6

toetsen!

SO: Dinsdag 26 maart

Grote toets: 2 april

Check som!

Plan of today

• What did we learn last time?
  
• Learning goal of today 
  
• Instruction 
  
• Get to work  
  
• Evaluation
  

Use the right comparison:
> (smart) My cat is ________ yours.

Use the past simple:
(was/were) My parents ________ both angry with me.

Translate to English:
vierde

Translate to English:
populair

Translate to English:
verbazingwekkend

Translate to English:
maart

Translate to Dutch:
So, Donny, over to you!

Learning Goal

What is the learning goal of today?

• I can use the present simple with 'not'
• Ik kan de present simple gebruiken met 'not'

What do you know about the learning goal? 

Ik wil geen auto = I don't want a car

How are we going to reach the learning goal? 

• Instruction (5 minutes
• Work on your workbook exercises (20 min.)

don't/doesn't + hele werkwoord

don't/doesn't

She drinks water

She doesn't drink water.

He talks very fast.

He __________________ very fast.

Get to work!

• Je maakt opdracht 25 t/m 28 van unit 6. Gebruik je hoofdboek bij de opdrachten.

• Bij vragen steek je je hand op in stilte. De docent komt je helpen. 

• Je kijkt de gemaakte opdrachten na met het antwoordenboek. 

• Als je helemaal klaar bent, doe je wat voor jezelf (lezen, tekenen, niet op mobiel...)
  

EVALUATION

Maak negatieve zinnen:

• We walk to school together.
• She eats pasta.

Maak nu je eigen zin met don't/doesn't.