20 21 1vg

• wi
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Vereenvoudig zo ver mogelijk en haal de helen eruit als het kan.

​25​​15​​

1. 3/5
2. 9/15
3. 15/25
4. kan niet

Vereenvoudig zo ver mogelijk en haal de helen eruit als het kan.

​27​​15​​

1. 3/9
2. 5/9
3. 3/9
4. kan niet

Vereenvoudig zo ver mogelijk en haal de helen eruit als het kan.

​36​​18​​

1. 1/2
2. 2/4
3. 9/18
4. kan niet

Vereenvoudig zo ver mogelijk en haal de helen eruit als het kan.

​100​​20​​

1. 10/50
2. 5/25
3. 1/5
4. kan niet

Vereenvoudig zo ver mogelijk en haal de helen eruit als het kan.

​40​​56​​

1. 1 16/40
2. 16/40
3. 1 4/10
4. 1 2/5

Vereenvoudig zo ver mogelijk en haal de helen eruit als het kan.

​32​​32​​

1. kan niet
2. 16/16
3. 1/1
4. 1

Vereenvoudig zo ver mogelijk en haal de helen eruit als het kan.

​12​​60​​

1. kan niet
2. 60
3. 12
4. 5

Welk getal is groter?

A B

​2​​1​​

​8​​5​​

1. A
2. B

Welk getal is groter?

A B

​5​​2​​

​10​​3​​

1. A
2. B

Welk getal is groter?

A B

​9​​7​​

​10​​7​​

1. A
2. B

Breuken optellen

1. Breng de helen binnen de breuk

2.Maak de breuken gelijknamig

3. Neem de tellers samen, de noemer blijft gelijk

4. Vereenvoudig de uitkomst en haal de helen eruit

Aan de slag

Opgave 30 t/m 33