6 okt - Week van de talen - 3thp

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Goedemiddag 3thp! 

Pak je leesboek erbij voor 10 minuten stillezen.

Vandaag

- Kort werkwoordspelling herhalen a.d.h.v. stroomschema 

- Week van de talen

- Vragenlijst 

Leerdoel vorige les

Je kan de verschillende werkwoordsvormen onderscheiden en correct spellen: persoonsvorm tegenwoordige tijd of verleden tijd, voltooid of onvoltooid deelwoord, infinitief, gebiedende wijs, voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.

1. Op reis ... (beleven) men soms de wonderlijkste avonturen.

2. Toen de nieuwe machine ... (beproeven) werd, bleek er een kleine fout in te zitten.

3. Vorig jaar ... (aanvaarden) mijn moeder de functie als voorzitter.

4. Uit het pas ... (landen) vliegtuig stapten de ministers en staatssecretaris.

5. Als de gastvrouw de ... (braden) kippenpootjes ...(opdienen), ...(worden) ze bij voorbaat door de gasten ... (complimenteren).

Week van de talen

Leerdoelen

- Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een standaardtaal is. 

- Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een dialect is en een voorbeeld noemen. 

- Aan het einde van de les kun je een verschil noemen tussen dialect en standaardtaal.  

Spreek jij dialect?

Ja

Nee

Dialecten zijn fout Nederlands

Eens

Oneens

Dialecten zijn belangrijk.

Eens

Oneens

Mensen die geen dialect spreken zijn meestal slimmer.

Eens

Oneens

Opdracht 1

Straks krijg je drie videofragmenten te zien. 

Na elke video volgt een vraag.

'Werd er dialect of Standaardnederlands

gesproken?'

 

Formuleer een kort antwoord. 

tot +/- 0.33 sec. 

Werd er dialect of Standaardnederlands
gesproken?

tot +/- 0.16 sec. 

Werd er dialect of Standaardnederlands
gesproken?

tot +/- 0.25 sec. 

Werd er dialect of Standaardnederlands
gesproken?

Wil je nog meer dialecten horen?

Ga dan naar Meertens Instituut en zoek naar de Nederlandse dialectenbank 

Opdracht 2

Bespreek met je buur de volgende vragen: 

a) Wat is standaardtaal? 

b) Is er een verschil tussen een accent en een dialect? Zo ja, welk verschil?

c) Wat was er eerst, dialecten of standaardtaal?

Opdracht 3 (10 min.)

Per duo ontvang je een leestekst.

 

Beantwoord na het lezen de vragen. 

De vragen staan achterop het blad. 

Leerdoelen

- Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een standaardtaal is. 

- Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een dialect is en een voorbeeld noemen. 

- Aan het einde van de les kun je een verschil noemen tussen dialect en standaardtaal.  

Wat heb je geleerd in deze les?

Vragenlijst

- Maak deze vragen voor jezelf: niet overleggen en kijk op je eigen scherm!

- Ga naar: https://www.sometics.com/nl/start

en voer de code in: XNWLAU

- Klaar? Pak je leesboek erbij en ga stillezen.

Tops en/of tips voor de docent?