BL - 10.2 Je verandert

10.2: Je verandert...
Puberteit
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

10.2: Je verandert...
Puberteit

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Programma
  • Start 
  • Afspraken maken 
  • Woorden... 
  • Leerdoelen  
  • Uitleg geslachtskenmerken 
  • Afsluiting 

Slide 3 - Diapositive

Welke afspraken zijn belangrijk tijdens dit hoofdstuk?

Slide 4 - Carte mentale

Afspraken
  • We gebruiken de afgesproken woorden.
  • We laten iedereen in hun waarde en tonen respect. We lachen dus niemand uit en maken ook geen grapjes over elkaar.
  • We gebruiken geen namen.
  • Het is een heel serieus en normaal onderwerp, soms een beetje lachen is prima, maar we nemen de lessen serieus.
  • Geen vraag is raar.

Slide 5 - Diapositive

Zó veel woorden...
Welke woorden ken jij die te maken hebben met je lijf, relaties, de puberteit, seks, etc.?

Straks spreken we af welke woorden we de rest van de lessen gebruiken. 
Voor nu mag je alle woorden die je kent, delen. Vervolgens bespreken we ze samen!

Slide 6 - Diapositive

Welke woorden ken jij?

Slide 7 - Carte mentale

Afgesproken woorden
Woorden zoals ze in het boek worden gebruikt:
  • Penis & vagina
  • Borsten & ballen
  • Geslachtsgemeenschap / seks /  vrijen

Er komen gaande weg door het hoofdstuk nog veel meer woorden bij!

Slide 8 - Diapositive

Hoofdstuk 10.2
Puberteit 

Slide 9 - Diapositive

10.2 Puberteit
Leerdoelen:
Je kunt beschrijven hoe je lichaam tijdens de puberteit verandert.
Je moet primaire en secundaire geslachtskenmerken kunnen noemen.
Je moet de lichamelijke, geestelijke en sociale veranderingen in de puberteit kunnen aangeven.
Je weet welke hormonen invloed hebben op de puberteit
Je kunt uitleggen wat transgender zijn betekent.

Slide 10 - Diapositive

Primaire geslachtskenmerken
Kenmerken die bij de geboorte aanwezig zijn
  • Meisjes: vagina en schaamlippen
  • Jongens: penis, teelballen en balzak
Primaire geslachtskenmerken

Slide 11 - Diapositive

Wat zijn primaire geslachtskenmerken?
  • meisje: vagina en schaamlippen
  • jongen: penis en balzak

Slide 12 - Diapositive

Secundaire geslachtskenmerken:
schaamhaar, groei geslachtsorganen, zaadlozing, ongesteld, meer zweet en talgklieren

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

tertiaire geslachtskenmerken
Verschillen tussen jongens en meisjes in denken, kleding en gedrag. 

Slide 15 - Diapositive

Tertiaire geslachtskenmerken
  • Vooral psychisch: verschil in denken en doen

  • Heel erg cultuurbepaald (plaats en tijd)

  • Voorbeelden? 
  • kleding, werken, verschil of gelijkheid mannen/vrouwen

Slide 16 - Diapositive

Andere veranderingen
Tertiaire geslachtskenmerken: gedrag
- onzeker, onbegrepen
- ruzie met ouders/docenten/vrienden
- slecht humeur

Normen en waarden: wat vindt jij belangrijk?

Slide 17 - Diapositive

Wat verandert er nog meer tijdens de puberteit?
  • Je huid
  • Meer zweten
  • Wisselende gevoelens

Slide 18 - Diapositive

Bijna driekwart van de jongeren heeft last van puisjes

Slide 19 - Diapositive

Hoe verandert je huid?
  1. Talg komt via je poriën naar buiten
  2. In de puberteit maken de talgklieren in je huid extra talg
  3. De poriën raken verstopt, je hebt mee-eters
  4. In de porie groeien bacteriën, hierdoor krijg je een ontsteking

Slide 20 - Diapositive

Hypofyse - geslachtshormonen

Slide 21 - Diapositive

Hormonen 
Hormonen zorgen voor verandering in de puberteit. 
Hormonen regelen allerlei processen (dingen die gebeuren) in je lichaam. 
Geslachtshormonen worden gemaakt in de hypofyse.

Zaadballen - testosteron
Eierstokken - oestrogeen 

De geslachtshormonen regelen ontstaan secundaire geslachtskenmerken. 

Slide 22 - Diapositive

Mensen zeggen wel eens: 'In de puberteit gieren de hormonen door je lijf.' Wat betekent deze uitspraak?
A
Alleen in de puberteit brengt het bloed de hormonen overal in je lichaam
B
In de puberteit groeien en ontwikkelen jongens en meisjes snel. Dit regelen hormonen
C
In de puberteit slikken meisjes vaak de anticonceptiepil om zwangerschap te voorkomen. In de pil zitten hormonen

Slide 23 - Quiz

 Transgender
Transgenders voelen zich niet, of niet helemaal, thuis in de geslachtsrol die past bij de uiterlijke 
geslachtskenmerken 
( die ze bij hun geboorte hebben meegekregen).

Nikki de Jager


Slide 24 - Diapositive

Wanneer ben je transgender?
Genderdysforie: je geslacht is dus niet gelijk aan je gevoel en gedrag (transgender)
Wanneer een transgender zich laat opereren naar het andere
geslacht noem je dat transseksueel

Transgender is niet travestie.

Slide 25 - Diapositive

Welke verschillende seksuele voorkeuren zijn er?
Heteroseksueel
homoseksueel
Biseksueel
Lesbisch
Transseksueel
Aseksueel
Panseksueel
timer
4:00

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Transgender
  • Genderdysforie (gender-identiteitsstoornis): geslacht is niet gelijk aan gevoel en gedrag van een man of vrouw.
  1. Transgender
  • Transseksueel: man wordt vrouw of vrouw wordt man. Dit omdat genderdysforie zich sterk uit.
  • Travestiet ≠ genderdysforie

Slide 28 - Diapositive

heteroseksueel
homoseksueel /lesbisch
biseksueel
aseksueel
panseksueel
----------------------------------------
transgender 
intersekse
genderdysforie
heteroseksueel
homoseksueel /lesbisch
biseksueel
aseksueel
panseksueel
----------------------------
man 
vrouw
intersekse
----------------------------

transgender
genderdysforie
seksuele voorkeur


geslacht 


gender

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Een transgender is altijd homoseksueel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Een transgender vrouw is altijd homo
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Mensen met genderdystrofie noem je ook wel?
A
Transgender
B
Travestiet
C
Transseksueel

Slide 33 - Quiz

Dat was 'm weer!

Slide 34 - Diapositive