EDI les opfrissen gr 1-8

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
EDIBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Waar heb je na de startpresentatie al mee geoefend?

Slide 2 - Question ouverte

Met welk doel zit je hier?

Wat wil je om 11.30 u bereikt hebben?

Schrijf dit op een digitaal geeltje

Slide 3 - Diapositive

Met welk doel zit je hier vandaag?
Wat wil je om 11.30 uur bereikt hebben?

Slide 4 - Question ouverte

Ken jij de lesfasen van EDI?

Slide 5 - Diapositive

1: 
2: 
3: 
4:
5:
6:
7:
8:

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Diapositive

Wat gaan we doen?
> Activeren voorkennis
> Doel bijeenkomst
> Instructie over betrekken en activeren + inoefening
> Instructie lesdoel + inoefening
> Werktijd met een eigen taal-/spellingles
> Afsluiting

Slide 8 - Diapositive

Aan het einde van deze presentatie weet ik hoe je een EDI-lesdoel opstelt;
Ik formuleer een EDI-doel voor mijn taal-/spellingles.
Doel van deze presentatie

Slide 9 - Diapositive

> Doel van activeren: om de leerlingen in de leerstand te zetten
> Activeren is het middel dat je gebruikt om dit doel te bereiken
> Een metaforische kapstok om de nieuwe kennis aan op te hangen
> Je vraagt naar wat leerlingen over het onderwerp al weten of je herhaald 
   de eerder aangeboden lesstof. Dus niet het specifieke lesdoel. 
> Je houdt het kort & krachtig (max. 5 min. )
> 1) Kies welke voorkennis je activeert;
   2) denken en delen;
   3) verbinden met de nieuwe leerstof. 

> Woorden uitspreken en antwoorden in hele zinnen
> Hardop klassikaal oefenen is vaak de meest eenvoudige manier om 
   alle kinderen te activeren
> Overleggen met schoudermaatje, meeschrijven / meedoen met materialen, wisbordjes --> niet  
    tekenen (hoek van de tafel met stift en wisser) 
> Regels en procedures
> Kijkvraag: Wat kun je zeggen over de betrokkenheid?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wat kun je zeggen over de betrokkenheid?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Wat kun je zeggen over de betrokkenheid?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

> Lesdoel = fundament en zorgt ervoor dat er doelgericht onderwezen en geleerd wordt. 
> Het is je kompas zodat je de juiste keuzes maakt van je les. (kritisch zijn op de methode!)
> Hierin staat duidelijk beschreven wat de leerlingen aan het eind van de les moeten weten of kunnen. 
> Het lesdoel wordt expliciet gedeeld met de leerlingen door dit op te schrijven. Je leest deze hardop 
    waarin je bij wijst met je vinger. 
> De werkvorm die je inzet moet aansluiten op het lesdoel, maak het lesdoel visueel (OB)
    De oefenstof van de zelfstandige verwerking moet aansluiten op het lesdoel (MB/BB)
> Zorg dat je doel compact, concreet en controleerbaar is. 
Tegen de tijd dat de leerlingen zelfstandig de leerstof gaan verwerken, hebben ze het lesdoel al behaald. Er is nu alleen nog meer oefening en herhaling nodig zodat de stof goed beklijft. 
Voorbeelden: 
Ik kan horen of er een /r/ in een woord staat 
Ik kan een verhaal schrijven met een begin, kern en slot
Ik kan mijn mening over een krantenartikel onderbouwen met argumenten
Ik kan bepalen of een woord met een /d/ of /t/ op het eind wordt geschreven. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Benoem het belang van een lesdoel

Slide 19 - Question ouverte

Ik herken de letter oo tussen de andere letters.
Ik kan het begin, midden, eind van het verhaal uitbeelden
Ik kan in de zin de persoonsvorm en onderwerp herkennen
Ik kan een samenvatting van een krantenartikel schrijven

Slide 20 - Diapositive

Ik kan rijmwoorden bij elkaar zoeken. 

Ik kan de kenmerken van een kikker noemen. 

Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden. 

Slide 21 - Diapositive

Ik kan rijmwoorden bij elkaar zoeken. (concept?)
A
ik kan
B
rijmwoorden
C
bij elkaar
D
zoeken

Slide 22 - Quiz

Ik kan rijmwoorden bij elkaar zoeken. (vaardigheid?)
A
ik kan
B
rijmwoorden
C
bij elkaar
D
zoeken

Slide 23 - Quiz

Ik kan de kenmerken van een kikker noemen (concept?)
A
benoemen
B
van een kikker
C
de kenmerken
D
ik kan

Slide 24 - Quiz

Ik kan de kenmerken van een kikker noemen(vaardigheid?)
A
noemen
B
van een kikker
C
de kenmerken
D
ik kan

Slide 25 - Quiz

Ik kan de persoonsvorm in de zin vinden (concept?)

Slide 26 - Question ouverte

Ik kan de persoonsvorm in de zin vinden (vaardigheid?)

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

> Kijk naar de nog te geven taal-/spellingles in je handleiding kritisch 
    naar je doel

> 4 stappen: 1) één lesdoel concreet en controleerbaar
                    2) bepaal het concept, de vaardigheid en evt. de context
                    3) bedenk een passende actieve 'activerende 
                        voorkennis' opdracht

> Bespreek in tweetal je lesdoel en je activerende voorkennis, wissel 
    dit uit

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Aan het einde van deze presentatie weet ik hoe je een EDI-lesdoel opstelt;
Ik formuleer een EDI-doel voor mijn taal-/spellingles.

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Waar ga je morgen direct mee starten?

Slide 34 - Question ouverte

Vooruitblik 
Wat gaan we doen in de komende periode?
> Oefen met de activerende voorkennis ophalen en het lesdoel opstellen bij spelling
> Ib lesobservaties zijn gericht op activerende voorkennis en het lesdoel (EDI)
    vanaf maart
> Gip-model (afspraken wisbord, rondes, blokjes, stoplicht, stemgebruik etc.)
> 1e stap van start EDI borgen in juni 2022

Slide 35 - Diapositive