Rekenen met korting, groep 7

Rekenen met kortingen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Rekenen met kortingen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

 Mogelijkheid 1
Hoeveel korting krijg ik?

Kan met verhoudingstabel

Onthoud! Wat je onder doet in een verhoudingstabel, doe je boven ook!


100%
30 %
85 €

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld 1 
Een helm kost €40

Je krijgt 30% korting. 

Hoeveel euro korting krijg je dan?

Slide 4 - Diapositive

Hoe bereken je dit?





Uiteindelijk heb je €12 korting 
Euro
40
4
12
Procent
100
10
30

Slide 5 - Diapositive

Quizvraag 1
Je vliegt van Amsterdam naar Rome
Een retourtje kost 120 euro.



Bij het afrekenen zie je dat je 25% korting krijgt.



Slide 6 - Diapositive

140 euro 25% korting
Hoeveel euro korting krijg je?
A
40 euro
B
60 euro
C
35 euro
D
30 euro

Slide 7 - Quiz

Nog een oefening 
Een rokje kost €60, maar je krijgt 10% korting. Hoeveel moet je dan betalen?

60
?
%
100
10

Slide 8 - Diapositive

Hoe ga je dit berekenen?
Het rokje kost €60, maar je krijgt 10% korting. Hoeveel moet je betalen?



10% van 60 = 6
Je krijgt dus 6 euro korting.
60
6
%
100
10?

Slide 9 - Diapositive

Je koopt een reisgids voor in Parijs
Deze reisgids kost 12 euro nadat je korting hebt gekregen. 
Je kreeg 30% korting

Wat was de originele prijs?
12
%
100
70
10

Slide 10 - Diapositive

Je koopt een reisgids voor in Parijs
Deze reisgids kost 12 euro nadat je korting hebt gekregen. 
Je kreeg 30% korting

Wat was de originele prijs?
17,14
12
1,71
%
100
70
10

Slide 11 - Diapositive

Wat is het kommagetal van ... ?
41

Slide 12 - Question ouverte

Wat is ... in procenten?
41

Slide 13 - Question ouverte

Wat is .... in procenten?
81
A
25%
B
12,5%
C
80%
D
8%

Slide 14 - Quiz

Wat is ... deel van 40?
81
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 15 - Quiz

Wat is .... deel van 48?
42
A
12
B
24
C
36
D
48

Slide 16 - Quiz

Maken!
Ga aan de slag met het werkblad, je werkt zelfstandig. Dit betekent dat je stil aan het werk bent. 

Laat ook je berekening zien!

Slide 17 - Diapositive