12 december 2022 thema 7

de auto 
de fiets
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

de auto 
de fiets

Slide 1 - Diapositive

de tram
de trein

Slide 2 - Diapositive

de supermarkt
de markt

Slide 3 - Diapositive

de boekhandel
het café

Slide 4 - Diapositive

de bibliotheek
de snackbar

Slide 5 - Diapositive

de kerk
de moskee

Slide 6 - Diapositive

de slagerij
de slager
de bakkerij
de bakker

Slide 7 - Diapositive

de bioscoop
de disco

Slide 8 - Diapositive

het restaurant
het hotel

Slide 9 - Diapositive

de boodschappen
de weegschaal

Slide 10 - Diapositive

De fiets staat tegen de lantaarnpaal.

Slide 11 - Diapositive

Na de boodschappen ga ik eten koken.

Slide 12 - Diapositive

De bus stopt bij de bushalte.

Slide 13 - Diapositive

De scooter rijdt over het fietspad.

Slide 14 - Diapositive

De vrachtwagen rijdt tegen het verkeersbord.

Slide 15 - Diapositive

Ik betaal bij de kassa.

Slide 16 - Diapositive

De trein vertrekt over 5 minuten.

Slide 17 - Diapositive

..... de boodschappen ga ik eten koken.
A
Over
B
Tegen
C
Bij
D
Na

Slide 18 - Quiz

De vrachtwagen rijdt ............ het verkeersbord.
A
bij
B
tegen
C
over
D
na

Slide 19 - Quiz

Ik zet de fiets ............
de lantaarnpaal.
A
tegen
B
bij
C
over
D
na

Slide 20 - Quiz

De scooter rijdt .......
het fietspad.
A
tegen
B
na
C
over
D
bij

Slide 21 - Quiz

De trein vertrekt ........ 5 minuten.
A
tegen
B
over
C
na
D
bij

Slide 22 - Quiz

De bus stopt ..... de bushalte.
A
bij
B
na
C
over
D
tegen

Slide 23 - Quiz

Ik betaal ......de kassa.
A
na
B
tegen
C
over
D
bij

Slide 24 - Quiz


A
het voetbalveld
B
het zwemhuis
C
het zwembad
D
het badzwem

Slide 25 - Quiz


A
de supermarkt
B
de bibliotheek
C
het restaurant
D
de bioscoop

Slide 26 - Quiz


A
de slagerij
B
de bakkerij
C
de markt
D
de snackbar

Slide 27 - Quiz


A
de markt
B
de shop
C
de superwinkel
D
de supermarkt

Slide 28 - Quiz


A
de geld
B
de munten
C
de biljetten
D
de briefjes

Slide 29 - Quiz

de winkel

kledingwinkel
schoenenwinkel
telefoonwinkel



de groenteboer
de schoenenzaak
de juwelier
de drogisterij
de apotheek
de sportzaak
het warenhuis
de banketbakker

Slide 30 - Diapositive

in de winkel
Ik betaal de boodschappen contant
Hij betaalt in het hotel met zijn pinpas
Kan ik hier pinnen?
Moeder legt de kaas in het  winkelmandje
Bij de kassa staat een lange rij.  Gaat u voor!


Slide 31 - Diapositive

zinnen
  1. De bus stopt ----- de bushalte
  2. De trein stopt ----- het station
  3. Wij lopen ----- het park
  4. De jongens voetballen ----- het voetbalveld
  5. Zij zwemmen elke zaterdag ------ het zwembad 
  6. De brandweer ------- de brand.

Slide 32 - Diapositive

hotel    kassa   kerk  moskee   bioscoop  
tankstation
  1. Ik betaal bij de .................................
  2. Ik kijk een film in de ...................................
  3. Vrijdag gaat hij  naar de .............................
  4. Zondag gaan zij naar de ................ ....
  5. Wij kopen benzine bij het ......................
  6. wij slapen een nachtje in een .................................

Slide 33 - Diapositive

vragen
1. Wat koopt moeder in de eerste winkel?
2. Hoeveel moet ze daar betalen?
3. Wat krijgt Djandro in de eerste winkel?
4. waarom kopen ze veel snoep?

Slide 34 - Diapositive

0

Slide 35 - Vidéo

Hallo meneer.
Hallo meneer.
Dag mevrouw. 
Dag mevrouw.
Mag ik wat vragen? 
Mag ik wat vragen?
Ja, natuurlijk.
Ja, natuurlijk.
Waar staat de koffie? 
Waar staat de koffie?
Die staat daar! 
Die staat daar!

Slide 36 - Diapositive

naar de winkel
Okan:      Hoi …, met Okan.
Ik:              Hoi Okan, hoe gaat het?
Okan:      Prima. Ik ga naar de supermarkt. Ga je met me mee?
Ik:             Ja, dat is goed. Heb je veel nodig?
Okan:     Nee hoor, alleen brood, rijst en fruit.
Ik:             Oké, tot straks.
Okan:      Tot straks.

Slide 37 - Diapositive

Praatplaat

Slide 38 - Diapositive

Spreken
Hoelang woon je in Nederland?
Wat eet je vandaag?
Hoe ga jij naar school?
Hoe laat is de pauze?
Hoeveel boeken heb jij in huis?
Wanneer pin jij 100 euro?
Wat drink jij 's morgens? 

Slide 39 - Diapositive

de drogisterij
het warenhuis

Slide 40 - Diapositive

de apotheek
de juwelier

Slide 41 - Diapositive

de kassa
de pin-automaat

Slide 42 - Diapositive

de portemonnee
betalen

Slide 43 - Diapositive


A
de kerk
B
de markt
C
de moskee
D
het hotel

Slide 44 - Quiz

Op de markt ... (kopen) mijn zus lekkere broodjes.

Slide 45 - Question ouverte


Slide 46 - Question ouverte


A
de slagerij
B
de bakkerij
C
de markt
D
de snackbar

Slide 47 - Quiz


A
de bakkerij
B
de snackbar
C
de bibliotheek
D
de slagerij

Slide 48 - Quiz


A
de kassa
B
de weegschaal
C
de weger
D
de pinautomaat

Slide 49 - Quiz

Vraagwoorden
WIE
WAT
WAAR
WANNEER
HOE
HOEVEEL

Slide 50 - Diapositive