Herhaling 2 erfelijkheid en organen/cellen

Herhaling erfelijkheid en organen/cellen
Herhaling door vragen en uitleg
Kom in de LU
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Herhaling erfelijkheid en organen/cellen
Herhaling door vragen en uitleg
Kom in de LU

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is dit een voorbeeld van een levenskenmerk?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vertoont levenskenmerken?
A
Een paddenstoel
B
Een omgevallen boom
C
Water
D
Een ijzeren kikker

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de levensfase naar het goede plaatje
Oudere
Adolescent
Schoolkind
Puber
Volwassene
Baby
Peuter
Kleuter

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een fenotype
A
Alle erfelijke eigenschappen van een organisme
B
Informatie voor alle erfelijke eigenschappen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een gen?
A
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen
B
Alle zichtbare eigenschappen
C
Een deel van een chromosoom met informatie voor één eigenschap.
D
Een chromosoom in de celkern met erfelijke informatie.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een allel?
A
Een stukje DNA
B
Een stuk van een chromosoom
C
Een variant van een gen
D
Een variant van een chromosoom

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een genotype
A
Alle erfelijke eigenschappen van een organisme
B
Informatie voor alle erfelijke eigenschappen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

A
a
AA
aa
Aa
Dominant
recessief
homozygoot recessief
heterozygoot
homozygoot dominant

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

2 gelijke allelen (genen) voor een eigenschap noemen we:
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Dominant
D
Recessief

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we de variant van een gen dat altijd tot uiting komt in het uiterlijk als het aanwezig is?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Recessief
D
Dominant

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zijn mannen in deze stamboom?
A
Alle personen weergegeven met een vierkant
B
Alle personen weergegeven met een rondje

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het gen voor taaislijmziekte is ...
A
Dominant
B
Recessief
C
Kan ik niet uit deze stamboom halen
D
Nog nooit van die woorden gehoord

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoon nummer 4 heeft als enige blauwe ogen (genotype is bb). De rest heeft bruine ogen. Van welke personen in deze stamboom kun je met zekerheid zeggen dat ze het genotype Bb hebben?
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
2 en 5

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel generaties zijn afgebeeld in deze stamboom?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zie deze stamboom, kun je afleiden welke eigenschap dominant is?
A
Ja, zwart
B
Ja, wit
C
Nee, niet af te leiden

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een recessieve eigenschap is een:
A
Eigenschap die snel tot uiting komt
B
Eigenschap die tot uiting komt als hij homozygoot voorkomt
C
Eigenschap die tot uiting komt als hij heterozygoot voorkomt

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stamboom slangen.
Welk soort is als eerste ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
7

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Beren
Meest verwant
Minder verwant
Minste verwant
Zeehond
Hond
Wasbeer

Slide 19 - Question de remorquage

Kijk naar de positie van de beer in deze stamboom: 
Wie is er het meest verwant? 
Wie minder? 
Wie het minst? 
Hoe krijg je variatie in genotype
A
Celdeling
B
Evolutie
C
Geslachtelijke voorplanting
D
Natuurlijke selectie

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mitose
Mitose:
  • Gewone celdeling (lichaamscellen)
  • Dochtercellen identiek aan moedercel
  • Het zelfde genotype 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtscel en Lichaamscel
mitose
meiose
mitose

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mitose vs. Meiose
Mitose: celdeling
Meiose: 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meiose
  • Zaadcellen en eicellen worden gemaakt door meiose
  • Bij meiose wordt het aantal chromosomen gehalveerd 
  • noem je ook reductiedeling

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een meiose?
Bij een meiose worden...
A
nieuwe cellen gevormd
B
geslachtscellen gevormd
C
reductiedeling
D
gewone celdeling

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is mitose ?
A
Celdeling voor nieuwe lichaamscellen
B
Mitose komt voor bij planten alleen
C
Mitose is een verbrandingsproces
D
Celdeling voor geslachtscellen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij mitose
A
Blijft het aantal chromosomen gelijk
B
Neemt het aantal chromosomen af
C
Neemt het aantal chromosomen toe
D
Chromosomen bestaan niet

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu oefenen via eindexamensite
Daar zie je, wat voor soort vragen over deze onderwerpen worden gesteld

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week
De leerlingen die gemiddeld een 6,5 of hoger staan, zijn niet verplicht om naar de facultatieve lessen te komen.

De beste 4 van de erfelijkheid vragen; zijn niet verplicht om naar de facultatieve lessen te komen. 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions