Literatuur - personages en perspectief

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Literatuur

Personages

Wat gaan we vandaag doen?

Leerdoel: je weet welke personages er zijn en kan ze herkennen en je weet welke perspectieven er zijn en je kan ze herkennen.

- Terugblik

- Uitleg personages

- Opdracht 4 maken

- Uitleg perspectief

- Opdracht 5 maken

Op welke manieren kan een schrijver met tijd spelen?

Wat is het verschil tussen een flashback en een terugverwijzing?

Welke onderdelen behoren tot de setting?

Welke functies kan een ruimte hebben?

Personages

• Hoofdpersoon (round character): je weet wat ze denken en voelen. Deze personages maken een ontwikkeling door. De lezer identificeert zich in meer of mindere mate met de hoofdpersoon. 
• Bijfiguren (flat character): vervullen slechts een rol ten op opzichte van de hoofdpersoon (tegenstander/helper, enz.). Ze worden eenvoudig beschreven en hebben vaak maar één eigenschap. Ook maken ze geen ontwikkeling door.
• Anti-held: als een hoofdpersoon niet uitnodigt tot identificatie.

Opdracht 4 maken

- Reader blz. 6-7

- Klassikaal het fragment lezen

- Opdracht in tweetallen maken

- Paar minuten 

- Daarna bespreken

Perspectief

Het perspectief is het gezichtspunt van waaruit een verhaal verteld wordt. Zorgt ervoor dat je in meer of mindere mate meeleeft met de hoofdpersoon.

Vier verschillende perspectieven:

• Ik-perspectief (subjectief)
• Personaal perspectief (subjectief)
• Alwetend perspectief (objectief)
• Meervoudig perspectief

Is het gebruikte perspectief betrouwbaar? 

Opdracht 5 maken

- Reader blz. 7-8

- In tweetallen

- 5 min

- Daarna klassikaal bespreken