Fictie - personages en perspectief

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Lezen

In stilte

Wat gaan we vandaag doen?

Lesdoel: je weet welke personages er zijn en je weet welke perspectieven er zijn.

- Terugblik

- Opdracht afmaken

- Uitleg theorie

- Verhaal lezen

- Opdrachten maken

Hoe kan de schrijver met tijd spelen?

Wat is de historische tijd?

Chronologische volgorde houdt in dat het verhaal veel flashbacks heeft.

1. Juist
2. Onjuist

Opdracht afmaken

- Blz. 7

- Verhaal uitlezen (5 min)

-  Daarna tweetallen opdrachten maken (blz. 7)

- Citeren: "Ik wil ... boeken lezen."

- Daarna klassikaal bespreken

Uitleg theorie: personages en perspectief

De personages in een verhaal zijn onder te verdelen in:

• Hoofdpersonen: het verhaal draait om hen. Je weet wat ze denken en voelen.

• Bijfiguren: deze vervullen slechts een rol ten op opzichte van de hoofdpersoon (tegenstander/helper, enz.). Ze worden eenvoudig beschreven en hebben vaak maar één eigenschap.

Een verhaal gaat uiteindelijk altijd over personages en hun relaties.

Uitleg theorie: personages en perspectief

Van belang is daarbij het perspectief. Dit is het gezichtspunt van waaruit een verhaal verteld wordt:

• ik-perspectief
• personaal perspectief (hij/zij)
• alwetend perspectief
• meervoudig perspectief

Verhaal lezen

- Blz. 18

- Klassikaal 

Opdrachten maken

- Blz. 18

- In groepjes

- Ik deel ze in

- 10 min

- Daarna klassikaal bespreken

Wie is de hoofdpersoon van dit verhaal? Leg je antwoord uit.

Wie zijn de bijfiguren?

Van welk perspectief is hier sprake? Leg je antwoord uit.

Het verhaal wordt als één grote flashback verteld. Aan welke zin zie je dat?

Het verhaal is vrij subjectief. Citeer een zin waaruit dat blijkt.

Waarom zwijgt het jongetje over Dolly, als de oude vrouw langskomt?