Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Adolf Hitler aan de macht
Slide 1 - Diapositive
Hoe wordt Duitsland genoemd tussen 1918 en 1933?
Slide 2 - Question ouverte
Hoe heet het plan in 1924 om Duitsland economisch te helpen?
Slide 3 - Question ouverte
Wat is een van de oorzaken van de Beurskrach?
A
Duitsland heeft te grote schulden
B
Amerikanen lenen te veel
C
Amerikanen verkopen massaal hun aandelen
D
Amerikanen kochten massaal aandelen
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Hitler's jonge jaren (1)
Adolf Hitler wordt in 1889 geboren in Braunau am Inn (Oostenrijk-Hongarije)
Hij vertrekt op 17-jarige leeftijd naar Wenen, om daar een 'beroemde kunstenaar' te worden. Dit mislukt, hoewel hij zeker tekentalent had.
Slide 6 - Diapositive
Hitler's jonge jaren (2)
Hij is op dat moment nog geen antisemiet (jodenhater). Hij raakt echter steeds meer onder de indruk van de antisemtische burgemeester van Wenen.
Rond 1913 vertrekt hij naar München in Duitsland, omdat hij teleurgesteld is in Oostenrijk-Hongarije
Slide 7 - Diapositive
Hitler's jonge jaren (3)
Als Oostenrijker gaat hij vrijwillig het Duitse leger in als de Eerste Wereldoorlog begint.
Hij vindt het heerlijk in het leger en is de hulp van een Joodse kapitein.
Hitler raakt twee keer gewond: door een granaataanval aan zijn dijbeen en...
Slide 8 - Diapositive
Hitler's jonge jaren (4)
...In oktober 1918 raakt hij in België bij een mosterdgas-aanval gewond, en is hij drie maanden blind. De overgave van het Duitse leger hoort hij in het ziekenhuis
Hitler kan het moeilijk bevatten. Voor hem kwam het verlies niet door de soldaten, maar door het verraad van Joden en communisten (Dolkstootlegende)
Slide 9 - Diapositive
Hitler in de politiek (1)
Hitler moet in dienst van het leger onderzoeken of de vele kleine politieke groepen in Duitsland een bedreiging zijn voor de Republiek van Weimar.
Dit waren vaak nationalistische en zeer teleurgestelde Duitsers.
Bij één van de partijen (DAP) sluit hij zich uiteindelijk aan.
Slide 10 - Diapositive
Hitler in de politiek (2)
Hitler blijkt een talent te hebben voor het houden van toespraken. Deze toespraken worden gehouden in bierkelders.
Binnen de partij, inmiddels omgedoopt tot NSDAP (Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij), neemt Hitler steeds meer de rol van leider op zich.
Slide 11 - Diapositive
Hitler in de politiek (3)
Hitler's ideeën zijn al die tijd vrijwel niet veranderd:
Verdrag van Versailles is slecht
Er zijn Duitsers (übermenschen = goed) en er is de rest (üntermenschen = slecht)
Het is allemaal de schuld van Joden en Communisten
Duitsland heeft Lebensraum (levensruimte nodig)
Er moet één sterke leider komen
Slide 12 - Diapositive
Hitler in de politiek (4)
Hitler bewonderde de fascistische (=extreemrechts) leider van Italië, Mussolini, die in 1922 met de Mars op Rome de macht had gegrepen.
Hitler vond dat de tijd was gekomen voor een Mars op München (en zelfs Berlijn): een staatsgreep om de zwakke regering af te zetten.
Slide 13 - Diapositive
Bierkellerputsch
1923
Hitler's mislukte staatsgreep (putsch) in München.
Hij wordt gearresteerd en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar.
Slide 14 - Diapositive
Hitler wordt vrijgelaten
1924
Hitler hoeft uiteindelijk slechts 9 maanden
van zijn straf uit te zitten in de Landsberg-gevangenis
Slide 15 - Diapositive
Mein Kampf
1925
Hitler gebruikte zijn tijd in de gevangenis om zijn boek 'Mein Kampf' te schrijven.
Een slecht geschreven en bij elkaar gefantaseerd boek, met vage hersenspinsels...tenminste: toen nog wel...
Slide 16 - Diapositive
Nationaalsocialisme (1)
Door de crisis ging het steeds slechter in Duitsland
Steeds meer mensen raken geïnteresseerd in de ideeën van Hitler, het nationaalsocialisme
Sterk leiderschap, nationalisme, militarisme en rassenleer belangrijk.
Slide 17 - Diapositive
Nationaalsocialisme (2)
Hitler benadrukte de volgende punten:
Democratie is verkeerd, Duitlsand moet een sterke leider krijgen aan wie iedereen gehoorzaamt
Geweld gebruiken is een goede manier om je doelen te bereiken
Duitsland is een geweldig land met geweldig volk
Duitsland moet weer een sterk leger krijgen
Slide 18 - Diapositive
Antisemitisme (1)
Belangrijk onderdeel van het nationaalsocialisme
Antisemitisme onderdeel van de rassenleer van de nazi's
Mensen beoordelen op afkomst en indelen in rassen, waarbij de ene beter is dan de andere
Slide 19 - Diapositive
Antisemitisme (2)
Er waren Übermenschen (ariërs). Dit waren mensen uit Noord- en West-Europa, afstamden van Germanen
Oost-Europa en Russen, niet-arisch, waren Untermensch . De meeste ongevaarlijk
Joden waren volgens de nazi's minderwaardig en wel gevaarlijk
Slide 20 - Diapositive
Hitler als Führer (2)
Gelijkschakeling: Alles wat geleerd, gezeg of geschreven werd, moest kloppen met de ideeën van de nazi's
Duitse volk hoorde nauwelijks nog andere ideeën
Dit is onderdeel van indoctrinatie: alles herhalen tot je het gelooft zonder daar zelf over na te denken
Slide 21 - Diapositive
Nazi-organisaties
SA: (Sturmabteilung) knokploeg van Hitler. Herkenbaar aan de bruine uniformen. Hitler vond de SA te machtig worden en liet de leiders vermoorden.
SS: (Schutzstaffel) begonnen als lijfwacht van Hitler, later de elite van het Duitse leger. Herkenbaar aan zwarte uniformen.
Gestapo: geheime politie van de nazi's
Hitlerjugend:jeugdorganisatie van de nazi's voor jongens
Bund Deutscher Mädel:jeugdorganisatie van de nazi's voor meisjes
Slide 22 - Diapositive
Welk onderdeel van het nazisme is niet per definitie ook fascistisch?
A
Geweld is goed
B
Er is één sterke leider
C
Jodenhaat
D
Democratie is onzin
Slide 23 - Quiz
Hitler vond dat de Untermenschen meer rechten moesten hebben
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quiz
Terreur
Hitler liet al snel concentratiekampen bouwen voor tegenstanders. Dit was publiek geheim.
Mensen werden bang om opgepakt te worden en gingen dus meer gehoorzamen.
Tegenstanders werden opgepakt door Gestapo, SA (Sturmabteilung) of SS (Schutzstaffel)
Slide 25 - Diapositive
Neurenberger Rassenwetten (1935)
Hierin stond wie er Duits was en wie niet. Tenminste 3 opa's/oma's moesten Duits zijn. Zo niet dan:
Niet trouwen met Duitser
Geen Duitser in dienst hebben
Niet voor de overheid werken
Als arts geen Duitser helpen
Slide 26 - Diapositive
Kristallnacht (nov. 1938)
Veel Joodse huizen, winkels, synagogen vernield door nazi's in november 1938. Haat tegen Joden ging zichtbaar verder dan alleen woorden
Joden werden opgepakt en naar concentratiekampen gestuurd. Daders natuurlijk niet
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Geef een ander woord voor Jodenhaat
Slide 30 - Question ouverte
Hoe heet de scoutinggroep waar jongens verplicht lid van moesten zijn?
Slide 31 - Question ouverte
Maak de juiste combinaties
het idee dat je eigen ‘ras’ (soort) beter is dan andere ‘rassen’.
manier van denken van mensen die het leger heel erg belangrijk vinden
zeer nationalistische, anti democratische en totalitaire politieke beweging
zeer nationalistische, anti democratische, totalitaire en racistische politieke beweging