2.2 Luchtdruk GRT

Welkom M3A!
Voor de start van de les wil ik je vragen om...
- ... je iPad in de tas te laten.
- ... je natuurkunde boek op tafel te leggen. 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom M3A!
Voor de start van de les wil ik je vragen om...
- ... je iPad in de tas te laten.
- ... je natuurkunde boek op tafel te leggen. 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhalen 2.1 Het deeltjesmodel
  • Uitleg 2.2 Luchtdruk
  • Maken 2.2 Luchtdruk

Slide 2 - Diapositive

2.1 Het deeltjesmodel
Stoffen bestaan uit heel kleine deeltjes. Deze deeltjes heten moleculen. 
Met het deeltjesmodel beschrijf je eigenschappen van de moleculen:
– de moleculen van een stof veranderen niet;
– de moleculen van een stof bewegen voortdurend;
– de moleculen van een stof trekken elkaar aan.


Slide 3 - Diapositive

2.1 Het deeltjesmodel

Slide 4 - Diapositive

2.1 Het deeltjesmodel
AANTEKENING! Neem de tekst hieronder over in je schrift of op 
p. 121 van je boek

Belangrijke begrippen 2.1:
  • deeltjesmodel: het model waarin de eigenschappen van moleculen worden uitgelegd
  • fase: toestand waarin een stof voor kan komen
  • faseovergang: de verandering van de fase van de stof
  • moleculen: kleine deeltjes waaruit stoffen bestaan

Slide 5 - Diapositive

H2 Het Weer

Slide 6 - Diapositive

2.2 Luchtdruk
De lucht in de atmosfeer heeft een behoorlijk gewicht. De lucht oefent een druk uit op het aardoppervlak. Dat noem je de luchtdruk. Hoe hoger je in de atmosfeer komt, des te lager is de luchtdruk. De luchtdruk wordt meestal weergegeven in millibar. 



Slide 7 - Diapositive

2.2 Luchtdruk
 De officiële eenheid van druk is pascal (Pa).



Slide 8 - Diapositive

2.2 Luchtdruk
De luchtdruk kun je meten met een barometer. In een metaalbarometer zit een metalen doosje dat gemakkelijk wordt ingedrukt als de luchtdruk groter wordt en weer gemakkelijk terugveert als de luchtdruk lager wordt. Aan het doosje zit een wijzer die de hoogte van de luchtdruk aanwijst.



Slide 9 - Diapositive

2.2 Luchtdruk
De luchtdruk op aarde is niet altijd even groot. Als de luchtdruk lager is dan de omgeving, dan heb je te maken met een lagedrukgebied. Dat brengt onrustig weer met wind en regen. Hogedrukgebieden hebben een luchtdruk die hoger is dan de omgeving. Het weer in een hogedrukgebied is zonnig.

Let op! Zeg geen mooi en slecht weer, 
maar zonnig en regen + wind!


Slide 10 - Diapositive

2.2 Luchtdruk
Als je lucht in een afgesloten ruimte pompt, neemt de druk toe. Dit komt doordat er steeds meer moleculen in de ruimte tegen de wand van de ruimte botsen. De druk in een afgesloten ruimte noem je gasdruk.


Slide 11 - Diapositive

2.2 Luchtdruk
Het verschil tussen de druk in een afgesloten ruimte en de luchtdruk noem je overdruk. De overdruk kun je meten met een manometer. 

De absolute druk is de druk die er in totaal is en deze kun je berekenen met de formule: 
absolute druk = luchtdruk + overdruk


Slide 12 - Diapositive

2.2 Luchtdruk
Belangrijke begrippen 2.2. Welke ken je al?
  • absolute druk: de totale druk
  • barometer: instrument om de luchtdruk te meten
  • gasdruk: de druk in een afgesloten ruimte
  • hogedrukgebied: gebied waarin de luchtdruk hoger is dan in zijn omgeving (zonnig weer)
  • lagedrukgebied: gebied waarin de luchtdruk lager is dan in zijn omgeving (wind en regen)
  • luchtdruk: druk die de lucht op het aardoppervlak en op je lichaam uitoefent
  • manometer: Instrument om de overdruk in een afgesloten ruimte te meten
  • millibar: eenheid voor luchtdruk die veel op barometers wordt gebruikt
  • overdruk: verschil tussen de luchtdruk buiten en de druk in een afgesloten ruimte


Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
1) Lees 2.2 Luchtdruk (p. 82-85 NOVA 3A)
2) Maak 2.2 Luchtdruk opdr. 1 t/m 10 (p. 86-91 NOVA 3A) 

De 1e 10 minuten werk je voor jezelf in stilte!
Daarna mag je zachtjes overleggen met je buurman of buurvrouw en loop ik rond voor vragen.

2.2 afmaken is huiswerk voor donderdag!
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive