H3KB Werkwoorden

Werkwoordspelling
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun de regels van de tegenwoordige en verleden tijd toepassen
  • Aan het einde van de les kun je de regels van het taxikofschip toepassen
  • Aan het einde van de les kun je een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord herkennen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over werkwoordspelling?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Tegenwoordige tijd
NU!

ik-vorm = stam
hij-vorm = stam + t
wij-vorm = hele ww

Tip: Gebruik smurfen


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verleden tijd
Er staat in de zin een tijdsaanduiding in het verleden

Enkelvoud = stam + te of stam + de
Meervoud = stam + te(n) of stam + de(n)

Tip: gebruik 't ex kofschip

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterke en zwakke werkwoorden
  • Sterke werkwoorden: werkwoorden waarvan de stamklinker verandert in de verleden tijd
  • Zwakke werkwoorden: werkwoorden waarvan de stamklinker niet verandert in de verleden tijd

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Andere vormen
Voltooid deelwoord 
- Begint vaak met ge-/be-/ver-
- Eindig op een d of t (maak het langer)

Bijvoeglijk naamwoord
- Schrijf het zo kort mogelijk
- Meestal geen dubbele d of t

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Opdr 1, 2, 4 & 5
blz 27/28

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 10 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.