Samentrekking

Samentrekkingen
De woorden, woordgroepen en zinnen die je straks ziet, kun je korter schrijven. Noteer de verkorte versies. Denk goed na over spelling jaar 2: wanneer gebruik je een weglatingsstreepje en wanneer niet?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Samentrekkingen
De woorden, woordgroepen en zinnen die je straks ziet, kun je korter schrijven. Noteer de verkorte versies. Denk goed na over spelling jaar 2: wanneer gebruik je een weglatingsstreepje en wanneer niet?

Slide 1 - Diapositive

kleine landen en grote landen

Slide 2 - Question ouverte

Kasia reed door rood licht en Kasia kwam daardoor bijna onder de tram.

Slide 3 - Question ouverte

Samentrekking
Als je in een samengestelde zin dezelfde (delen van) woorden of zinsdelen twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal een van beide keren weglaten. Dat heet samentrekking. Door identieke (delen van) woorden of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren.

Slide 4 - Diapositive

Het weglaten kan op drie niveaus:

- woordniveau
- woordgroepniveau
- zinsniveau

Slide 5 - Diapositive

woordniveau

Hier ligt een stapel studieboeken en -schriften.

Je laat een woorddeel weg: studie.

Slide 6 - Diapositive

woordgroepniveau

Hier ligt een stapel met oude en nieuwe kleren.

Je laat één of meerdere woorden binnen een zinsdeel weg: kleren

Slide 7 - Diapositive

zinsniveau

Hier ligt een stapel boeken en daar ook.

Je laat één of meerdere zinsdelen weg: ligt - een stapel boeken

Slide 8 - Diapositive

achterwaarts en voorwaarts

Bij een voorwaartse samentrekking staan alle woorden voor in de zin.

Bij een achterwaartse samentrekking staan alle woorden achter in de zin.


Slide 9 - Diapositive

soorten samentrekking
1) Voorwaartse samentrekking = je noemt het gezamenlijke deel in het eerste deel van de samentrekking en verderop laat je het weg. 
                                              Een eerdere versie en een latere (-) . 
                                              Een goedkope armband en een dure (-).

2) Achterwaartse samentrekking = je noemt het gezamenlijke deel in het tweede deel van de samentrekking en eerder laat je het weg.
                                         Een nationaal [-] en internationaal overleg.
                                         In voor- en in tegenspoed.

Slide 10 - Diapositive

Samentrekking op 3 niveaus 
  1.  woordniveau -  op de plaats van het samengetrokken woorddeel wordt een streepje geschreven:   (voorwaarts)boekenschrijvers en -lezers; (achterwaarts) honden- en kattenhotel. 
  2. woordgroepniveau - binnen een woordgroep worden één of meer hele woorden weggelaten: (voorwaarts) uitwonende broers en (-) zussen:  (achterwaarts) brede (-) en smalle straten.
  3. zinsniveau -één of meer zinsdelen die twee keer voorkomen, worden weggelaten: (voorwaarts) Jeroen gaat op de fiets en Tamara (-) op de scooter. (achterwaarts)  Wij schaatsten (-) en onze kinderen sleeden in die strenge winter elke dag. 

Slide 11 - Diapositive

Samentrekking
Bij welke antwoorden is er sprake van een samentrekking op woordniveau, bij welke op woordgroepsniveau en bij welke op zinsniveau?

Slide 12 - Diapositive

dames- en herenschoenen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 13 - Quiz

kleine en grote landen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 14 - Quiz

Hidde mailde en Luuk belde het bestuur.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 15 - Quiz

feestmutsen en -neuzen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 16 - Quiz

beroemde acteurs en actrices
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 17 - Quiz

Kasia reed door rood licht en kwam daardoor bijna onder de tram.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 18 - Quiz

Samentrekking
Bij welke antwoorden is er voorwaartse samentrekking en bij welke achterwaartse?

Slide 19 - Diapositive

dames- en herenschoenen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 20 - Quiz

kleine en grote landen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 21 - Quiz

feestmutsen en -neuzen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 22 - Quiz

Hidde mailde en Luuk belde het bestuur.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 23 - Quiz

beroemde acteurs en actrices
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 24 - Quiz

Kasia reed door rood licht en kwam daardoor bijna onder de tram.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 25 - Quiz