Grammatica H2 samentrekking

Samentrekking
Als je in een samengestelde zin dezelfde (delen van) woorden of zinsdelen twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal een van beide keren weglaten. Dat heet samentrekking. Door identieke (delen van) woorden of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Samentrekking
Als je in een samengestelde zin dezelfde (delen van) woorden of zinsdelen twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal een van beide keren weglaten. Dat heet samentrekking. Door identieke (delen van) woorden of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren.

Slide 1 - Diapositive

Voorbeeld
De fietsenwinkel verkoopt blauwe fietsen met een zwart zadel of een bruin zadel, rode fietsen met een zwart zadel of bruin zadel, groene fietsen met een zwart zadel of een bruin zadel en gele fietsen met een bruin zadel of een zwart zadel.

Slide 2 - Diapositive

Dat kan korter...
De fietsenwinkel verkoopt blauw, rode, groene en gele fietsen met een zwart of bruin zadel.

Slide 3 - Diapositive

Waar zie je een samentrekking?
A
keukenstoel en keukentafel
B
zon- en feestdagen
C
dure ringen en dure armbanden
D
hoge bergen en lage bergen

Slide 4 - Quiz

3 niveaus 
  • Woordniveau: dameskleding en - (dames)schoenen. Op de plaats van het samengetrokken deel komt een streepje.
  •  Woordgroepsniveau: heerlijk eten en (heerlijk) drinken. Er worden een of meer woorden weggelaten.
  • Zinsniveau: Joris is ingedeeld bij F1 en Floris (is ingedeeld) bij F14. Eén of enkele zinsdelen worden weggelaten.

Slide 5 - Diapositive

In deze klas zitten er slimme en bijzonder slimme leerlingen. Hier is een samentrekking op
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 6 - Quiz

Mijn tante Julia houdt erg van reizen, maar durft niet te vliegen. Hier is sprake van een samentrekking op
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 7 - Quiz

Zij zijn verzekerd tegen brand-, water- en stormschade.

A
Samentrekking op woordniveau
B
Samentrekking op woordgroepniveau
C
Samentrekking op zinsniveau

Slide 8 - Quiz

Samentrekking
Bij welke antwoorden is er sprake van een samentrekking op woordniveau, bij welke op woordgroepsniveau en bij welke op zinsniveau?

Slide 9 - Diapositive

dames- en herenschoenen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 10 - Quiz

kleine en grote landen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 11 - Quiz

Hidde mailde en Luuk belde het bestuur.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 12 - Quiz

feestmutsen en -neuzen
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 13 - Quiz

beroemde acteurs en actrices
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 14 - Quiz

Kasia reed door rood licht en kwam daardoor bijna onder de tram.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 15 - Quiz

Samentrekking
Bij welke antwoorden is er voorwaartse samentrekking en bij welke achterwaartse?

Slide 16 - Diapositive

dames- en herenschoenen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 17 - Quiz

kleine en grote landen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 18 - Quiz

feestmutsen en -neuzen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 19 - Quiz

Hidde mailde en Luuk belde het bestuur.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 20 - Quiz

beroemde acteurs en actrices
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 21 - Quiz

Kasia reed door rood licht en kwam daardoor bijna onder de tram.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 22 - Quiz