Bespreek de leerdoelen van deze les met de leerlingen.
Slide 5 - Diapositive
Stel de volgende vraag aan de leerlingen:Waarom zeggen we altijd Nederland is een Waterland?
Laat de leerlingen op de volgende pagina de vraag beantwoorden.
Waarom zeggen we altijd: "Nederland waterland"
Slide 6 - Question ouverte
Uitleg:
Een groot deel van Nederland ligt onder zeeniveau. Nederlanders hebben door de eeuwen heen dan ook vaak overstromingen en watersnoodrampen meegemaakt. Niet alleen door de zee, maar ook door de rivieren. Nederland is voor een groot deel een rivierdelta. Toen er nog geen dijken waren, maakten mensen terpen om op te wonen. Zo waren ze beschermd tegen het water.
Nederlanders weten goed hoe ze zich tegen het water kunnen beschermen, maar ook hoe ze het water kunnen gebruiken. Dorpen werden vroeger gebouwd aan de oever van een rivier. Over de rivier kon je goederen vervoeren. De inwoners verdienden veel geld met de handel van allerlei producten. En zo kon een dorp dankzij het water, uitgroeien tot een grote stad.
Zonder water kunnen we niet leven. Maar we beleven er ook veel plezier aan. Overal vind je meertjes en plassen waar je kunt zwemmen, varen, surfen en vissen. En in de winter schaatsen.
Nederland is een waterland
Als Nederland onder water loopt ziet dat er zo uit. Hoe kan het dat er een strook niet onder water loopt?
Bekijk het volgende filmpje en geef antwoord op de vraag: Hoe beschermen wij Nederland tegen het water?
Slide 7 - Diapositive
Bekijk met de leerlingen de afbeelding. Hoe kan het dat er een strook is (duinen), die niet onder water ligt?
Geef de leerlingen een kijkvraag mee bij het filmpje GoGeo Lab: Nederland, waterland.
Hoe beschermen wij Nederland tegen het water?
Slide 8 - Vidéo
Bekijk het filmpje, de leerlingen hebben een kijkvraag meegekregen bij de volgende slide beantwoorden ze deze.
Bescherming
Slide 9 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Weet je het nog?
In les 2 hebben we het gehad over de watersnoodramp. Weet je nog in welk tijdvak dit valt?
Door de waternoodsramp zijn we ook onze dijken ook extra gaan beschermen.
Geef aan in welk tijdvak dit was.
Slide 10 - Diapositive
Herhaal kort de watersnoodramp uit les 2, in welk tijdvak was dit? Laat de leerlingen dit slepen in de volgende opdracht.
Slide 11 - Question de remorquage
De watersnoodramp was in 1953, dit valt in de tijd van televisie en computers --> tijdvak 10.
Stukje van de Rijn (natuurlijke rivier)
Natuurlijke rivier
Slide 12 - Diapositive
Laat de 2 foto's zien, vraag of de leerlingen een overeenkomst zien.
Overeenkomst: beide foto's zijn natuurlijke rivieren. Dit noemen we ook wel meanderen.
Laat de leerlingen het filmpje op de volgende slide zien. Geef ze hierbij de volgende kijkvraag mee: Hoe ontstaat een bocht in de rivier?
Slide 13 - Vidéo
Laat de leerlingen het filmpje zien.
Slide 14 - Vidéo
Laat de leerlingen in tweetallen aan elkaar uitleggen hoe bochten in een rivier ontstaan. Het filmpje kan ze hierbij ondersteunen.
Uitleg:
Ze voerden water af, maar verplaatsten daarbij ook grind, zand en slib. Soms meer, soms minder. Afhankelijk van de stroomsnelheid van de rivier. Bij een bocht in een rivier stroomt het water in de buitenbocht sneller dan in de binnenbocht. Het stroomt zo snel dat het daar bodemdeeltjes meeneemt.
De bocht wordt hierdoor steeds groter. In de binnenbocht zakken de bodemdeeltjes door de lagere stroomsnelheid naar beneden. Hierdoor wordt er daar juist grond opgebouwd. Het resultaat is dat de rivier steeds grotere bochten krijgt.
Slide 15 - Vidéo
Geef de volgende kijkvragen mee:
Waarvoor gebruiken we de Rijn?
Waar wordt de Rijn vies van?
Welke oplossingen zijn er?
Waarvoor gebruiken we de Rijn?
A
Zwemmen
B
Drinkwater
C
Bescherming
D
Vervoer schepen
Slide 16 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Waar wordt de Rijn vies van?
A
Afvalstoffen van fabrieken
B
Vervuild rioolwater
C
Vissen
D
Auto's
Slide 17 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de oplossing voor een schonere Rijn?
A
Geen resten door de wc spoelen
B
Geen schepen meer in de Rijn
C
Riool beter laten werken (schoner water)
D
Alleen nog maar flessen water kopen in de supermarkt
Slide 18 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Waterkringloop
Slide 19 - Diapositive
Jullie gaan zelf op onderzoek uit wat is de korte waterkringloop en wat is de lange waterkringloop. Op de volgende slide staat de opdracht beschreven.
Opdracht: Waterkringloop
In drietallen krijg je een groot vel, hierop ga je de waterkringloop weergeven. (muurkrant)
Bekijk filmpjes en foto's via pinterest (zie link volgende dia) voor informatie.
Schrijf de volgende begrippen erbij: condenseren, grondwater, neerslag, verdampen, zoet water, filteren, rivier, zout water.
Daarnaast schrijf je ook informatie erbij. Schrijf het zo op dat iemand anders alleen jouw vel hoeft te bekijken/lezen en begrijpt wat de waterkringloop is.
Slide 20 - Diapositive
De leerlingen krijgen de opdracht om een muurkrant/poster te maken. Ze mogen zelf kiezen of ze dit tekenen met gekleurd papier maken of iets dergelijks.
De bedoeling is dat ze de kleine en grote waterkringloop zichtbaar maken met begrippen en stukjes tekst.
https:
Slide 21 - Lien
Via deze link komen de leerlingen bij een Pinterest bord. Hierop staan filmpjes en foto's die helpen bij het maken van de muurkrant.
Hang in de klas ook de foto op met qr-codes. De leerlingen kunnen dan makkelijk
Stuur je muurkrant in!
Slide 22 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Proefje
Bekijk de waterkringloop die jullie aan het begin van de les gemaakt hebben.
Wat valt je op?
Kan je vertellen wat er gebeurd is?
Je kan je muurkrant gebruiken om het uit te leggen.