Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Presentatie
Neem je presentatie mee op een usb
Krantenartikel koppelen aan je leerstof
extra informatie erbij zoeken
kijk goed naar het evaluatie formulier
Slide 1 - Diapositive
Wat wil de overheid bereiken als zij door een ingreep in de markt de aanbodlijn van A naar B wil laten verschuiven?
A
beperken van externe effecten
B
stimuleren van externe effecten
Slide 2 - Quiz
Lesdoelen
Aan het einde van de les ken je de verschillende mogelijkheden waarmee de overheid kan ingrijpen wanneer er sprake is van marktfalen (externe effecten).
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Vraag en aanbodoverschot
Minimumprijzen, beschermen van de producent creëert een aanbodoverschot.
Maximumprijzen beschermen consument creëert een vraagoverschot.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Is dit een voorbeeld van een maximum- of minimumprijs
A
Maximumprijs
B
Minimumprijs
Slide 14 - Quiz
Ligt de maximumprijs boven of onder de evenwichtsprijs
A
BOVEN
B
ONDER
Slide 15 - Quiz
Bij een maximumprijs ontstaat er een .... (2 antwoorden goed)
A
aanbodoverschot
B
aanbodtekort
C
vraagoverschot
D
vraagtekort
Slide 16 - Quiz
Als de overheid een minimumprijs instelt, werkt ze de aanbieder tegen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Wat is de waarde van het aanbodoverschot bij een minimumprijs van 160?
A
105
B
16.800
C
105.000
D
16,8 miljoen
Slide 18 - Quiz
Als de overheid een prijs van 10 eurocent per liter instelt, waar is dan sprake van?
A
Minimumprijs, vraagoverschot
B
maximumprijs, vraagoverschot
C
minimumprijs, aanbodoverschot
D
maximumprijs, aanbodoverschot
Slide 19 - Quiz
De Nederlandse overheid hanteert in Nederland een minimumloon. Critici vinden dat een minimumloon de werkloosheid vergroot. Hoe groot is de werkloosheid in de grafiek als de overheid een minimumloon van € 11 per uur instelt?
A
20 miljoen arbeidskrachten
B
30 miljoen arbeidskrachten
C
50 miljoen arbeidskrachten
D
60 miljoen arbeidskrachten
Slide 20 - Quiz
Als de overheid een prijs van 30 eurocent per liter instelt, waar is dan sprake van?
A
Minimumprijs, vraagoverschot
B
maximumprijs, vraagoverschot
C
minimumprijs, aanbodoverschot
D
maximumprijs, aanbodoverschot
Slide 21 - Quiz
Lesdoelen
Aan het einde van de les ken je de verschillende mogelijkheden waarmee de overheid kan ingrijpen wanneer er sprake is van marktfalen (externe effecten).