Donderdag 16 december - 3H

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Voordat we gaan beginnen...

10 minuten lezen uit je leesboek

In stilte!

Leg alvast je huiswerk klaar:

Opdrachten 1, 2 en 3 (Grammatica woordsoorten) - blz. 62 + 63

Opdracht 3 (Formuleren) - blz. 65

Nederlands

Onbepaald voornaamwoord

Foutieve samentrekking

Herhaling

Wat gaan we vandaag doen?

• Lezen uit je leesboek
• Weet je het nog? - onbepaald voornaamwoord
• Huiswerk nakijken: opdrachten 1 + 2 + 3, blz. 62 + 63
• Weet je het nog? - foutieve samentrekking
• Huiswerk nakijken: opdracht 3, blz. 65
• Herhaling

Weet je het nog?

Onbepaald voornaamwoord

Onbepaald voornaamwoord

Duidt een persoon of een zaak aan, maar geeft niet duidelijk aan wie of wat.

iemand - niemand - men - je - menigeen - het - zoiets - iets - niets - alles - elk(e) - ieder(e) - menig(e) - wat - ene - (een) zekere - (een of) ander(e)

Onbepaald voornaamwoord

Drie lastige gevallen:

  1. je is onbepaald als je het kan vervangen voor men

                           Drukke plekken kun je maar beter vermijden.

2. wat is onbepaald als je het kan vervangen voor iets

                          Wil jij ook wat te drinken?

3. het is onbepaald als het weersomstandigheden, tijd of sfeer aangeeft.

                           Het regent, maar gelukkig is het gezellig in huis.

Huiswerk nakijken

Grammatica woordsoorten H2

Opdrachten 1, + 2 + 3

Bladzijdes 62 + 63

Opdracht 1

1 iedereen, elk

2 je, je

3 je, alles, iedereen

4 zoiets, iemand

5 niemand

6 het (in de tweede zin)

Opdracht 2

1 1 –

2 hem = pers.vnw, onze = bez.vnw

3 ze = pers.vnw

4 je = pers.vnw

5 –

6 jullie = pers.vnw, het = pers.vnw

2 volgende = bn

3 Veel = onbep.hoofdtelw.

Opdracht 3

niet = bw

of = vgw

geur = zn

je = bez.vnw

kunnen = hww

beweeglijke = bn

me = pers.vnw

opspringt = zww

je = pers.vnw

het = blw

van = vz

mijn = bez.vnw

bloemblaadjestere = bn

je = bez.vnw

tegen = vz

kon = hww

alles = onbep.vnw

snel = bw

dat = aanw.vnw

dikwijls= bw

Opdracht 3

mijn = bez.vnw

bloemblaadjestere = bn

je = bez.vnw

tegen = vz

kon = hww

alles = onbep.vnw

snel = bw

dat = aanw.vnw

dikwijls= bw

Weet je het nog?

Foutieve samentrekking

Wanneer is er sprake van een foutieve samentrekking?

3.1: Mevrouw van Delden had Lodewijk betrapt op spijbelen en strafwerk gegeven

1. goed
2. fout

3.1: Mevrouw van Delden had Lodewijk betrapt op spijbelen en strafwerk gegeven

3.2: De nieuwste film van Spielberg is heel spannend en moet je gezien hebben.

1. goed
2. fout

3.2: De nieuwste film van Spielberg is heel spannend en moet je gezien hebben.

3.3: Milou heeft zich erg verheugd op de avondvierdaagse, maar na de eerste dag al enorme blaren op haar voeten.

1. goed
2. fout

3.3: Milou heeft zich erg verheugd op de avondvierdaagse, maar na de eerste dag al enorme blaren op haar voeten.

3.4: De mountainbike was heel duur, maar wilde ik toch graag hebben.

1. goed
2. fout

De mountainbike was heel duur, maar wilde ik toch graag hebben.

3.5: Meneer De Bree was ziek geworden en daarom naar huis gegaan.

1. goed
2. fout

3.6: Harold trok ondanks de hitte een lange broek en zich niks van zijn klasgenoten aan.

1. goed
2. fout

Harold trok ondanks de hitte een lange broek en zich niks van zijn klasgenoten aan.

Herhaling toetsstof?