3.2 verbranding bk les 1

3.2 verbranding
brander klaar zetten 
reageerbuis
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.2 verbranding
brander klaar zetten 
reageerbuis

Slide 1 - Diapositive

2a
Welkom
telefoon  in de bak
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 2 - Diapositive

2b
Welkom
telefoon  in de bak
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 3 - Diapositive

2c
Welkom
telefoon  in de bak
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.


timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 4 - Diapositive

2d
Welkom
telefoon  in de bak
 zoek je eigen plek op
pak je spullen 
Wordt stil.

lees  blz 114 en 115
timer
2:00
stopwatch
00:00

Slide 5 - Diapositive

Deze les
huiswerk (3 min)
Doelen
Uitleg "verbranding" met filmpjes en kijkopdrachten
(20 min)
Opdrachten/ termenlijst

Slide 6 - Diapositive

pak nu je plenda 
Zoek De volgende les nask op:

2a: di 9-1-2024
2b: di 9-1-2024


Slide 7 - Diapositive

wat is verbranding?
Lees: Wat is nodig voor verbranding? (blz 114)
Is bij verbranding zuurstof nodig?
(blz 115)

maak: opdr 5 t/m 13
waar: blz 114 t/m 116 

noteer dit in je plenda 
laat je plenda open op tafel liggen

Slide 8 - Diapositive

Vandaag
Je kan met behulp van de branddriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 9 - Diapositive

verbranding bij biologie


Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 10 - Diapositive

Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschCil is tussen volledige en onvolledige verbranding.                                              3.40 r

Slide 11 - Diapositive

Verbranding: het omzetten van brandstof en zuurstof in water, koolstofdioxide en energie
Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 12 - Diapositive

Verbranding: het omzetten van brandstof en zuurstof in water, koolstofdioxide en energie
Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 13 - Diapositive

Waarom brand de brander niet?
Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 14 - Diapositive

kijkvraag
Wat is er nodig voor verbranding?
In het filmpje worden 3 dingen genoemd!
Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 15 - Diapositive

Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschCil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 16 - Diapositive

Verbranding
Bij verbranding van brandstoffen hebt je 3 dingen nodig:
- Brandstof
- Zuurstof
- Onbrandingstemperatuur
Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 17 - Diapositive

Branddriehoek bij aansteker
Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 18 - Diapositive

kijkvraag
Welke  van de brandvoorwaarden is er te kort bij een onvolledige verbranding.
Waarom is een onvolledige verbranding gevaarlijk?
Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschCil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 19 - Diapositive

Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschCil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 20 - Diapositive

Volledig

Volledig betekent: in zijn geheel. Totaal.

Volledige verbranding betekent dus dat alles in zijn geheel verbrand.

Er wordt alleen water (H2O) en koolstofdioxide(CO2) gevormd.


Brandstof+ zuurstof => koolstofdioxide en water


Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 21 - Diapositive

Onvolledig

Onvolledig betekent dan dus: niet volledig. Niet totaal.


Bij onvolledige verbranding krijg je dus afvalstoffen in de vorm van  koolstofmono-oxide.

en roet

Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 22 - Diapositive

Koolstofmono-oxide

Dit gas komt ook bij onvolledige verbranding vrij.

Dit gas is giftig.


Veel huizen met een CV-ketel hebben een koolstofmono-oxide melder hangen.

Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 23 - Diapositive

wat is verbranding?
Lees: Wat is nodig voor verbranding? (blz 114)
Is bij verbranding zuurstof nodig?
(blz 115)

maak: opdr 5 t/m 13
waar: blz 114 t/m 116 

klaar? maak de termen lijst van blz 114 en 115
timer
10:00
Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 24 - Diapositive

leerdoelen
Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

Slide 25 - Diapositive

leerdoelen
Je kan met behulp van de verbrandingsdriehoek uitleggen wat er nodig is voor verbranding.
Je kan de verbrandingsreactie opschrijven.
Je kan uitleggen wat het verschil is tussen volledige en onvolledige verbranding.

maak vraag 5, 6, en 7

Slide 26 - Diapositive

volgende les 
Welke brandstoffen gebruiken we en wat is de invloed hiervan op het milieu

Slide 27 - Diapositive