Opslag, uitscheiding en bescherming

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 4

Vandaag

Wat is ons inwendige milieu?

Hoe wordt dit constant gehouden?

Welke organen spelen hierin een rol?

Longen

Nieren

Lever

Huid

Dunne Darm

Lever

Leverslagader

Leverader

Dikke Darm

Poortader

Wat zorgt voor de afweer van ziekteverwekkers?

1. bloedplasma
2. rode bloedcellen
3. bloedplaatjes
4. witte bloedcellen

Inwendig milieu

• Inwendig milieu = bloedplasma + weefselvloeistof
• Uitwendig milieu = je omgeving + inhoud van je darmkanaal,    longen, blaas

• Als een stof een celmembraan gepasseerd heeft, zit het in je inwendig milieu.

Waar hoort je bloed bij?

1. Inwendig milieu
2. Uitwendig milieu

Waar hoort urine bij?

1. Inwendig milieu
2. Uitwendig milieu

Waar hoort je weefselvocht/weefselvloeistof bij?

1. Inwendig milieu
2. Uitwendig milieu

Etensresten in de darmen horen bij

1. Inwendig milieu
2. Uitwendig milieu

De lucht in je longen wordt bij het ... .....milieu gerekend.

1. Inwendig milieu
2. Uitwendig milieu

Inwendig en uitwendig milieu

Inwendig milieu = De weefselvloeistof en het bloedplasma

Dit wordt constant gehouden door opname, opslag en uitscheiding van stoffen

Uitwendig milieu = omgeving eromheen en  darminhoud, longinhoud en blaasinhoud

Een constant milieu

Opname: Stoffen opnemen in het inwendige milieu. Zo voorkom je tekorten.

Opslag: Om een overschot te laten dalen en als voorraad voor later.

Uitscheiding: Stoffen uit het lichaam verwijderen

Waar wordt het teveel aan vet opgeslagen?

1. In de lever en de spieren
2. In je blaas en endeldarm
3. Onder de huid en in het gele beenmerg
4. In het hele lichaam

Het teveel aan glucose wordt als glycogeen opgeslagen. Waar gebeurt dit?

1. In de blaas en endeldarm
2. In de lever en spieren
3. Onder de huid en in het gele beenmerg
4. In je hele lichaam

Aan de slag

Maak basisstof 7.1

Noem 4 uitscheidingsorganen!

De nieren

De nierschors en het niermerg verwijderen afvalstoffen en overtollig water uit je bloed.

Dit water met afvalstoffen heet ook wel urine.

Dit wordt verzameld in de nierbekken.

De urineleiders verplaatsen de urine naar de urineblaas.

Nieren : sleep de onderdelen naar de juiste plaats

Niermerg

nierschors

urineleider

nierslagader

nierader

nierbekken

Bij een nierbekkenontsteking is de wand van een nierbekken ontstoken. Dit kan worden veroorzaakt door bacteriën die via de urinewegen van buiten in het lichaam zijn gekomen. Door welke vier delen zijn deze bacteriën achtereenvolgens gegaan?

Urineleider

Urinebuis

Urineblaas

Nierbekken

Longen

Nieren

Lever

Huid

Welk orgaan is géén uitscheidingsorgaan?

1. Nieren
2. Huid
3. Longen
4. Darmen

Long

Lever

Nier

Hart

Maag

Aan de slag

Maak t/m basisstof 7.2

Klaar? --> Examenkracht

Wat is de huid?

1. een orgaan
2. een weefsel
3. een orgaanstelsel
4. een cel

De huid kent 3 lagen. Wat is de taak van de huid in het algemeen?

1. bescherming tegen infecties
2. bescherming tegen uitdroging
3. regelen van temperatuur
4. alle bovenstaande antwoorden zijn goed

Je loopt naar buiten en krijgt het koud.
Wat gebeurt er in je huid?
De huid wordt

1. Bloedvaatjes worden wijd, spieren trekken samen
2. Bloedvaatjes worden nauw, spieren trekken samen
3. Bloedvaatjes worden wijd, zweetklieren produceren zweet
4. Bloedvaatjes worden nauw, zweetklieren produceren zweet

In welke laag van de huid liggen de zintuigen van de huid?

1. Alleen in de opperhuid.
2. Alleen in de lederhuid.
3. In de opperhuid en in de lederhuid.
4. Alleen in het onderhuids bindweefsel.

Welk type zintuigcel komt niet voor in de huid?

1. warmtezintuig
2. koudezintuig
3. evenwichtszintuig
4. tastknopje

De huid voorkomt uitdroging. De huid blijft soepel door _____

1. Zweet
2. Vocht
3. Talg
4. Slijm

Een reptiel heeft op zijn huid..

1. Slijm
2. Natte schubben
3. Droge schubben
4. Haren

Welke bloedgroepen kan iemand met bloedgroep B aan doneren?

1. Alleen bloedgroep B
2. Bloedgroep B en AB
3. Bloedgroep B en 0

Karel wil zijn bloedgroep weten. Bij een bloedgroepentest is er alleen klontering bij anti-B.
Wat is Karel zijn bloedgroep?

1. B+
2. B-
3. A+
4. A-

Welke bloedgroep kan aan elke bloedgroep doneren?

1. AB+
2. AB-
3. QWERTY+
4. O-

Anja heeft bloedgroep O, welke antistoffen tegen bloedgroepantigenen heeft Anja in haar bloed?

1. alleen anti B
2. alleen anti-A
3. anti B en anti A
4. geen antistoffen

Niels wil zijn bloedgroep weten.
Bij een bloedgroepentest is er bij alle antistoffen klontering (anti-A, anti-B en anti-Resus).
Wat is Niels zijn bloedgroep?

1. AB+
2. AB-
3. O+
4. O-

Welke bloedgroep kan alle bloedgroepen ontvangen?

1. Bloedgroep A
2. Bloedgroep B
3. Bloedgroep AB
4. Bloedgroep O