IJsbreker deel 4 Hfst 1 + woordenschat

Alinea
Een tekst is in stukjes verdeeld. Zo'n stukje is een alinea.

Alinea 
- begint op een nieuwe regel
- springt de eerste regel van de alinea in
- begint na een witregel
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Alinea
Een tekst is in stukjes verdeeld. Zo'n stukje is een alinea.

Alinea 
- begint op een nieuwe regel
- springt de eerste regel van de alinea in
- begint na een witregel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een idioom kan niet letterlijk vertaald worden

Ook niet vanuit het Nederlands naar het Engels.....

NL: het regent pijpenstelen
Engels: it's raining cats and dogs

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een idioom?
Een woordgroep of een vaste uitdrukking met een specifieke betekenis die niet altijd af te leiden valt uit de gecombineerde betekenissen van de individuele woorden. Figuurlijk taalgebruik!
Voorbeeld: een ommetje maken

Een idioom is geen spreekwoord! Een spreekwoord wil ons iets vertellen/ duidelijk maken.

Slide 3 - Diapositive

Verplaats je in iemand die het Nederlands nog niet goed kent en de neiging heeft om woord voor woord te vertalen met de meest voor de hand liggende betekenis.
Quiz!


Woorden  - Uitdrukkingen - Betekenis

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden
- in hetzelfde schuitje zitten
- bij elkaar over de vloer komen
- goed kunnen opschieten met iemand

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord past het beste bij deze zin?

Na een dag op school, kijk ik thuis naar Netflix. 
A
ontspannen
B
huiswerk
C
gespannen
D
doorwerken

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent deze zin?
Die man heeft het niet breed.
A
Die man is niet dik.
B
Die man is niet dun.
C
Die man is aardig.
D
Die man is niet rijk.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



De meeste studenten zijn .... (37)
Wat past het beste op het stippelijntje?
A
op school.
B
net 30 geworden.
C
dik in de 30.
D
te laat .

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent deze zin?

De aap komt uit de mouw.
A
De aap kijkt om zich heen.
B
De aap bedenkt een kunstje.
C
Iets wordt ineens duidelijk.
D
Het circus is in de stad.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens de les moet ik het geluid van mijn telefoon....
A
uitmaken
B
uitdoen
C
kijken
D
vergeten

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


De meeste studenten hebben hetzelfde meegemaakt
A
zijn te laat in de les.
B
in de klas.
C
leren Nederlands.
D
zitten in hetzelfde schuitje.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord past het best bij de onderstreepte woorden?
Iedere klasgenoot is leuk en aardig
A
symphatiek
B
streng
C
perfect
D
onbetrouwbaar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Iets vervelends over iemand zeggen.
Wat past het beste bij de zin? Let op, 2 antwoorden zijn goed.
A
Roddelen
B
Chillen
C
Feedback
D
Zwart maken

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kun je zeggen in plaats van:

Dit is echt niet leuk!
A
Handig!
B
Balen!
C
Super!
D
Positief!

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord past hier het beste bij?

Ik heb mijn droom bereikt.
A
blijven dromen
B
wakker zijn
C
je droom waarmaken
D
ik droom niet

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit vind ik niet leuk! Het ..... me .......
A
gaat (me) goed
B
Zit (me) dwars.
C
Zit (me) goed
D
maakt (me) niet uit

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions