Economie 5.1 3K

Economie
Meneer Temmink
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Economie
Meneer Temmink

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Is er werk voor jou?
Wat levert werk jou op?
Waar wil jij werken?

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Quiz om te zien of jullie het hebben begrepen
  • Nakijken al het werk
  • Rekenopgaven!

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je;
  • wat een cao is
  • Hoe je je nettoloon kunt berekenen
  • Wat het verschil is tussen wit, grijs en zwart werk
  • Wat het wettelijk minimumloon is en voor wie het bedoeld is.

Slide 4 - Diapositive

In een CAO staan..
A
Arbeidsvoorwaarden
B
Bedrijfstakken
C
Hoeveel uur je moet werken
D
Waar je moet werken

Slide 5 - Quiz

Welke bedrijfstak hoort bij een verpleegkundige?
A
Overheidsinstantie
B
Gezondheidszorg
C
Onderwijs
D
Ziekenhuizen

Slide 6 - Quiz

Loonbelasting en sociale premies worden ingehouden op je...
A
Brutoloon
B
Nettoloon

Slide 7 - Quiz

Miriam verdient € 2.295 per maand. Op haar brutoloon wordt
€ 317 aan loonbelasting en € 112 aan sociale premies ingehouden.
Bereken het nettoloon van Miriam
A
2.295
B
317
C
2.295 - 317 - 112 = 1866
D
317 + 112 = 429

Slide 8 - Quiz

Het brutoloon van Safan is € 3.300. Op zijn brutoloon wordt 36%
ingehouden voor loonbelasting en sociale premies.
Hoeveel € wordt er ingehouden op zijn loon?
A
3300 : 36 x 100 = 9.166,67
B
3300 : 100 x 36 = 1.188,00
C
€ 36,00
D
3300 : 100 x 64 = 2.112,00

Slide 9 - Quiz

Is het wit, grijs of zwart werk?
Je betaalt belasting en premies over je inkomen
A
Wit
B
Grijs
C
Zwart

Slide 10 - Quiz

Is het wit, grijs of zwart werk?
Je doet vrijwilligerswerk
A
Wit
B
Grijs
C
Zwart

Slide 11 - Quiz

Is het wit, grijs of zwart werk?
Je helpt je ouders bij het huishouden
A
Wit
B
Grijs
C
Zwart

Slide 12 - Quiz

Is het wit, grijs of zwart werk?
Je betaalt geen belasting over je salaris
A
Wit
B
Grijs
C
Zwart

Slide 13 - Quiz

Wat is een reden om zwart te werken?
A
Je bouwt pensioen op
B
Wanneer je werkloos raakt heb je een uitkering
C
Je verdient meer geld per uur
D
Je draagt geen sociale premies af

Slide 14 - Quiz

Welke 2 uitspraken over het minimumloon zijn juist?
A
Als je tussen de 15 en de 21 bent, heb je recht op het minimumjeugdloon
B
Een werkgever is verplicht ten minste het minimumloon te betalen.
C
Het wettelijk minimumloon geldt alleen als je een voltijdbaan hebt
D
Over het minimumloon hoef je geen belasting en premies te betalen

Slide 15 - Quiz

Wat is geen arbeidsmotief?
A
Nuttig bezig zijn
B
Geld verdienen
C
Geschoold werk
D
Sociale contacten

Slide 16 - Quiz

Voor welk beroep heb je een beroepsopleiding nodig?
A
Vakkenvuller
B
Schoonmaker
C
Teamlead bij de Action
D
Timmerman

Slide 17 - Quiz

Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Politieagent
Quartaire sector
Winkelier
Bakker
Veehouder

Slide 18 - Question de remorquage

Welke sector is belangrijk in een diensteneconomie?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Bakker

Slide 19 - Quiz

Wie is leidinggevend?
A
ZZP timmerman
B
Teamlead bij de Action
C
Docent economie
D
Vrachtwagenchauffeur

Slide 20 - Quiz

Welk nadeel heeft arbeidsverdeling?
A
Je werk kan saai worden
B
Je moet harder werken
C
Je moet veel nieuwe dingen leren
D
Je nettoloon is lager

Slide 21 - Quiz

Welke conclusie is juist?
A
De laatste 5 jaar is het ZZP niet toegenomen
B
De meeste ZZP werken in de handel
C
In 2003 telde Nederland 1,5 miljoen ZZP'ers
D
Tussen 2005 en 2019 is het aantal ZZP'ers verdubbeld

Slide 22 - Quiz

Welke bewering over ZZP'ers is juist
A
Als zelfstandige heb je zekerheid over je werk en inkomen
B
De eigenaar van een eenmanszaak is eigen baas
C
Een zelfstandige is hetzelfde als een werkgever
D
In een eenmanszaak werkt geen ander personeel

Slide 23 - Quiz

Einde
Huiswerk nakijken!

Maken van de rekenopdrachten, stencil

Slide 24 - Diapositive