Uiteenzetting, betoog, beschouwing

uiteenzetting, beschouwing, betoog
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

uiteenzetting, beschouwing, betoog

Slide 1 - Diapositive

Uiteenzetting, betoog en beschouwing
Digitaal lesboek
Cursus 1 Meer dan lezen
Paragraaf 2

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
- Je leert het verschil tussen een uiteenzetting, een betoog en een beschouwing herkennen.
- Je leert een informerende presentatie houden.
- Je leert een uiteenzetting schrijven.

Slide 3 - Diapositive

Deze les
-uitleg
-zelfstandig werken (digitaal)
-afsluiting

Slide 4 - Diapositive

Tekstsoort: Uiteenzetting
Tekstdoel: informeren
Tekst beantwoordt een vraag/ legt iets uit.

Voorbeeld van een titel:
Alle planeten in ons zonnestelsel



Slide 5 - Diapositive

Tekstsoort: betoog
Tekstdoel: overtuigen
Standpunt + argumenten.

Voorbeeld van een titel:
Alle kinderen moeten lessen sterrenkunde krijgen!

Slide 6 - Diapositive

Tekstsoort: beschouwing
Tekstdoel: opiniëren (een mening laten volgen)
Schrijver heeft vraag, van verschillende kanten benaderd door experts

Voorbeeld van een titel:
Bestaat er buitenlands leven?

Slide 7 - Diapositive

uiteenzetting
betoog
beschouwing
overtuigen
informeren
opiniëren
stelling met argumenten
uitleg over een onderwerp
vraag, verschillende experts

Slide 8 - Question de remorquage

Wat is een uiteenzetting?
A
een tekst uit een krant waarin informatie wordt gegeven over een actueel onderwerp
B
een tekst waarin uitleg wordt gegeven over een onderwerp
C
een tekst waarin verslag wordt gedaan van een vraaggesprek
D
een tekst waarin wordt uitgelegd waarom iets een goed idee is

Slide 9 - Quiz

Een uiteenzetting moet ... zijn
en dus niet ... .
A
overtuigend, subjectief
B
subjectief, informerend
C
objectief, overtuigend
D
informerend, objectief

Slide 10 - Quiz

Wat is een uiteenzetting?
A
tekst over het aantal coronabesmettingen
B
tekst over de gevolgen van corona voor horeca
C
tekst die je oproept om een mondkapje te dragen
D
mop over de koning die niet op vakantie mocht.

Slide 11 - Quiz

Een uiteenzetting
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 12 - Quiz

Wat is een beschouwing?
A
Een tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten.
B
Een tekst waarin iemand je probeert over te halen om iets te doen.
C
Een tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product.
D
Een tekst waarin een onderwerp van verschillende kanten wordt belicht.

Slide 13 - Quiz

wat is het tekstdoel van een beschouwing?
A
opiniëren
B
informeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 14 - Quiz

Wat is een beschouwing?
A
Meningen van anderen vertellen
B
Je eigen mening delen
C
Feiten delen en uitleg geven

Slide 15 - Quiz

Een beschouwing is
A
objectief
B
subjectief

Slide 16 - Quiz

Betoog
A
Eigen mening met argumenten
B
opsomming met doe-woorden
C
opvallende tekst met een plaatje

Slide 17 - Quiz


Wat is er onjuist over een betoog?
Een betoog...
A
bevat de mening van de schrijver.
B
bevat argumenten.
C
is subjectief.
D
is objectief.

Slide 18 - Quiz


Wat is een betoog? Een betoog is een ...
A
tekst waarin een bepaald standpunt wordt verdedigd met behulp van argumenten
B
tekst waarin iemand je probeert te overtuigen om iets te doen
C
tekst waarin iemand reclame maakt voor een bepaald product
D
tekst waarin verschillende meningen met elkaar vergeleken worden

Slide 19 - Quiz

Betoog

Hij schreef een betoog over de straf.
A
tekst om iemand te amuseren
B
tekst om iemand over te halen
C
tekst om iemand te instrueren
D
tekst om iemand te overtuigen

Slide 20 - Quiz

Maken (zie planner)

maken opdracht 2-4-6-8
digitaal lesboek
Daarna kun je beginnen aan je huiswerk voor donderdag!

Slide 21 - Diapositive