H3.3 Massaverhoudingen

H3 chemische reacties
3.3 massaverhoudingen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

H3 chemische reacties
3.3 massaverhoudingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
  • Leerdoelen
  • Wet van behoud van massa
  • Rekenen aan reacties 
  • Break
  • extra uitleg en zelfwerken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

  • Ik kan de massaverhouding bepalen met behulp van een kloppende reactievergelijking
  • Ik kan berekeningen aan reacties uitvoeren met behulp van verhoudingstabellen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.3 massaverhouding
Belangrijk:
Een chemische reactie voldoet altijd aan:
De wet van behoud van massa

Wet van behoud van massa:
De massa voor de pijl, moet hetzelfde zijn als de massa achter de pijl.



Slide 4 - Diapositive

Wet van behoud van massa, heet ook:

wet van Lavoisier
3.3 massaverhouding
Recept voor 40 koekjes:



Vragen:
  1. Hoeveel gram suiker heb ik nodig voor 100 koekjes?
  2. Hoeveel koekjes kan ik maken met 500 gram bloem?

timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.3 massaverhouding
Recept voor 40 koekjes:



Vragen:
  1. Hoeveel gram suiker heb ik nodig voor 100 koekjes? 
  2. Hoeveel koekjes kan ik maken met 500 gram bloem?
1. 375 gram
2. 66,67 koekje

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.3 massaverhouding
Verbranding van glucose:
glucose + zuurstof  -> koolstofdioxide + water
C6H12O6 + 6 O2      -> 6 CO2 + 6 H2O

Met 180 gram glucose en 192 gram zuurstof krijg ik 108 gram water, hoeveel gram koolstofdioxide krijg ik dan?

Slide 7 - Diapositive

Wet van behoud van massa:

De massa voor de pijl, moet hetzelfde zijn als de massa achter de pijl.


3.3 massaverhouding
Verbranding van glucose:
glucose + zuurstof  -> koolstofdioxide + water
C6H12O6 + 6 O2      -> 6 CO2 + 6 H2O

Met 180 gram glucose en 192 gram zuurstof krijg ik 108 gram water, hoeveel gram koolstofdioxide krijg ik dan?

264 gram

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.3 massaverhouding
C6H12O6 +   6 O2 ->   6  CO2 +   6  H2O
180                  192           264         108

Vragen:
  1. Als ik 90 g C6H12O6 heb, hoeveel gram H2O ontstaat er?
  2. Als ik 100 gram O2 heb, hoeveel gram CO2 ontstaat er?
  3. Als ik 100 gram H2O krijg, hoeveel gram O2 had ik dan?

timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.3 massaverhouding
C6H12O6 +   6 O2 ->   6  CO2 +   6  H2O
180                  192           264         108

Vragen:
  1. Als ik 90 g C6H12O6 heb, hoeveel gram H2O ontstaat er?
  2. Als ik 100 gram O2 heb, hoeveel gram CO2 ontstaat er?
  3. Als ik 100 gram H2O krijg, hoeveel gram O2 had ik dan?

1. 54 gram
2. 137,5 gram
3. 177,78 gram

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.3 massaverhouding
Bereken de molecuulmassa van de volgende stoffen:
Glucose 
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water

Tip! gebruik de tabel achterin je boek

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.3 massaverhouding
Bereken de molecuulmassa van de volgende stoffen:
Glucose 
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water

Tip! gebruik de tabel achterin je boek
180,0 u
32,0 u
44,0 u
18,0 u

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.3 massaverhouding
C6H12O6     + 6 O2             -> 6 CO2 +                6 H2O
180,0 u          32,0 u                 44,0 u                 18,0 u

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.3 massaverhouding
C6H12O6
O2
->
CO2
H2O
coëfficiënten
1
6
6
6
Molecuulmassa (u)
180,0 
32,0
44,0
18,0
Massa totaal (u)
1 x 180,0 = 180,0
6 x 32,0 = 192,0
6 x 44,0 = 264,0
6 x 18,0 = 108,0
Verhoudingen
180,0
192,0
264,0
108,0
32-44

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel gram ammoniak wordt er gevormd als je 120 gram stikstof laat reageren met waterstof?
Reactievergelijking: N2 + 3 H2 -> 2 NH3

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt 350 gram chloor beschikbaar Hoeveel gram natrium is er nodig om alle chloor om te zetten in natriumchloride?
Reactievergelijking: 2 Na + Cl2 -> 2 NaCl

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions