industriële revolutie
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waardoor kwam de industriële revolutie op gang?
Slide 2 - Question ouverte
Wat voor werk deden de mensen vooral voor de industrialisatie?
A
Werkte in de landbouw
B
Werkte in de mijnen
C
Waren werkloos
D
Huisnijverheid
Slide 3 - Quiz
Wat waren gevolgen van de industriële revolutie?
Slide 4 - Carte mentale
arbeiders
gegoede burgerij
lage lonen
veel geld en/of bezittingen
Slide 5 - Question de remorquage
Arbeiders konden van zich laten horen door ..... op te richten
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het liberalisme?
A
politieke stroming die gelijke rechten wil voor mannen en vrouwen
B
politieke stroming die opkomst voor zoveel mogelijk vrijheid voor de bevolking
C
politieke stroming die uitbuiting van arbeiders door fabriekseigenaren wil stoppen
D
politieke stroming waarbij bedrijven zo veel mogelijk winst kunnen maken
Slide 7 - Quiz
Wat is het socialisme?
A
politieke stroming die gelijke rechten wil voor mannen en vrouwen
B
politieke stroming die opkomst voor zoveel mogelijk vrijheid voor de bevolking
C
politieke stroming die uitbuiting van arbeiders door fabriekseigenaren wil stoppen
D
politieke stroming waarbij bedrijven zo veel mogelijk winst kunnen maken
Slide 8 - Quiz
liberalisme
socialisme
alleen rijke mensen mogen stemmen
arbeiders moeten ook kiesrecht krijgen
wetten moeten arbeiders beschermen
fabriekseigenaren moeten zo min mogelijk gehinderd worden door regels
Het verschil tussen arm en rijk wordt kleiner
Slide 9 - Question de remorquage
Waarom zou een arbeidersgezin niet blij zijn met de leerplichtwet?
Slide 10 - Question ouverte
Wat was het belangrijkste doel van de socialisten?
A
algemeen kiesrecht
B
afschaffing van kinderarbeid
C
invoering van ongevallenwet
D
invoering leerplichtwet
