11.1 Erfelijke eigenschappen

Erfelijkheid en evolutie
1 / 10
suivant
Slide 1: Carte mentale
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Carte mentale

Lesdoelen
  • Kunnen uitleggen wat erfelijke eigenschappen zijn, hierbij kun je ook voorbeelden noemen.
  • Kunnen uitleggen wat fenotype is, hierbij kun je voorbeelden noemen.
  • De term 'aanleg' kunnen uitleggen.

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn erfelijke eigenschappen?
  • Ieder mens heeft eigenschappen, zoals 2 benen, 2 armen etc. Eigenschappen zijn kenmerken die jou tot een mens maken.
  • Deze eigenschappen krijg je van ouders -> Erfelijke eigenschappen.
  • Erfelijke eigenschappen zien er bij iedereen anders uit. Dit noem je fenotype.

Slide 3 - Diapositive

Verschillende fenotype bij honden

Slide 4 - Diapositive

Kan het fenotype veranderen?
  • Je uiterlijk blijft niet het hele leven hetzelfde. In de puberteit veranderd er bijv. ook het een en ander.

  • Fenotype kun je ook zelf veranderen. Denk maar eens aan haren verven, make-up en tatoeages.

Slide 5 - Diapositive

Aanleg
  • Van sommige eigenschappen weet je pas dat je ze hebt wanneer je ze gaat gebruiken. Je hebt dan aanleg geërfd.

  • Het fenotype is afhankelijk van de erfelijke eigenschappen en invloeden uit de omgeving.

Slide 6 - Diapositive

Waar zit de informatie voor je eigenschappen?
  • In de celkern van cellen zitten dunne draden; de chromosomen

  • Chromosomen bestaan voor het grootste deel uit DNA.

  • DNA  bevat alle informatie van jouw lichaam.

Slide 7 - Diapositive

Chromosomen
  • Lichaamscellen van mensen hebben 23 paar chromosomen (dus 46 chromosomen in totaal).

  • Één chromosomen paar bepaalt je geslacht. Dit noemen we de geslachtschromosomen. Deze worden aangegeven met de letter X en Y.

  • Vrouwen hebben twee X-chromosomen (XX), mannen hebben één X-chromosoom en één Y-chromosoom (XY).

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Zelf aan de slag (11.1)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.

  • Opdrachten in het werkboek.
  • Zelf samenvatten uit het tekstboek (schrift/laptop)
  • Samenvatting in het werkboek.
  • Digitaal Werkboek in Cumlaude

Slide 10 - Diapositive