Het maken van een fruitsalade

• Consumptieve techniek
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2,3

Het maken van een fruitsalade

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten fruit herkennen die nodig zijn voor de fruitsalade.
• Aan het einde van de les kun je de benodigde materialen voor het maken van een fruitsalade identificeren en gebruiken.
• Aan het einde van de les kun je de stappen voor het maken van een fruitsalade uitvoeren.

Wat weet je al over het maken van een fruitsalade?

Het maken van een fruitsalade

• Soorten fruit in een fruitsalade
• Benodigde materialen voor het maken van een fruitsalade
• Stappen voor het maken van een fruitsalade

Soorten fruit in een fruitsalade

Een gerecht bestaande uit verschillende soorten fruit

Benodigde materialen

De benodigde items voor het maken van een fruitsalade

Wat zijn de benodigde materialen voor het maken van een fruitsalade?

1. zuivelproducten
2. vlees en vis
3. groenten en kruiden
4. verschillende soorten fruit

Stappen voor het maken van een fruitsalade

1. Was en snijd het fruit
2. Meng het fruit in een grote kom
3. Voeg eventueel suiker of citroensap toe
4. Laat de fruitsalade minstens 30 minuten in de koelkast rusten
5. Serveer en geniet van je fruitsalade!

Wat is de eerste stap bij het maken van een fruitsalade?

1. Meng het fruit in een grote kom
2. Laat de fruitsalade rusten in de koelkast
3. Was en snijd het fruit
4. Voeg suiker of citroensap toe

Hoe lang moet de fruitsalade rusten in de koelkast?

1. 24 uur
2. 5 minuten
3. minstens 30 minuten
4. 1 uur

Fruitsalade

• Een gerecht bestaande uit verschillende soorten fruit
• De benodigde items voor het maken van een fruitsalade

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.