Marktonderzoek les 5

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
marketingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Vragenlijst

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Lees de casus op 
blz. 114, 115 en 116

Slide 6 - Diapositive

Bekijk vraag 1. Wat is er fout aan deze vraag? Leg uit waarom.

Slide 7 - Question ouverte

Bekijk vraag 2. Deze vraag bevat één hinderlijke fout. Wat moet er gewijzigd worden?

Slide 8 - Question ouverte

Bekijk vraag 3. Vind jij dat deze verbeterd moet worden? Of kan het wel zo? En zou je deze vraag op dit punt in de vragenlijst zetten? Beargumenteer je antwoord.

Slide 9 - Question ouverte

Bekijk vraag 4. Deze vraag zal problemen geven bij het uitwerken en interpreteren van de uitkomsten.
Waarom? Geef aan hoe je dit zou oplossen.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Open en gesloten vragen.

Slide 16 - Diapositive


Slide 17 - Question ouverte

Welke kleur heeft jouw haar?
A
open vraag
B
gesloten vraag

Slide 18 - Quiz

Ben je tevreden over de bediening in het restaurant?
A
open vraag
B
gesloten vraag

Slide 19 - Quiz

Half open vraag
Een half-open vraag is een vraag met vooraf gestructureerde antwoordcatergorieën én de mogelijkheid om een ander antwoord te geven.

Slide 20 - Diapositive

Suggestieve vragen
Open en gesloten vragen kunnen al een bepaald antwoord in zich dragen. Dit soort vragen noemen we suggestieve vragen. Je stelt suggestieve vragen als je een vooronderstelling hebt over het antwoord.

Vooronderstelling.
‘Waarom loop je zo langzaam?’
Je geeft in de vraag al aan dat je vindt dat iemand langzaam loopt. 
Een suggestieve vraag kan irritatie oproepen.

Slide 21 - Diapositive

Dubbele vragen
Dubbele vragen zijn vragen die op meerdere onderwerpen tegelijk ingaan. Het is daardoor niet duidelijk wat de respondent precies met een bepaald antwoord bedoelt. 

Slide 22 - Diapositive

Negatieve vragen
Negatief geformuleerde vragen zijn vragen die een ontkenning bevatten.
voorbeeld: Ik vind naar school gaan niet leuk. 

oneens
eens
1
2
3
4
5

Slide 23 - Diapositive

Sociaal wenselijke antwoorden
Dat mensen invullen hoe het hoort i.p.v. dat ze eerlijk invullen hoe de situatie werkelijk is. 

Slide 24 - Diapositive

Te moeilijke vragen
Het afvalvraagstuk vereist intensieve burgerparticipatie. Bent u het hiermee eens?

Slide 25 - Diapositive

En ga zo nog maar even door....
Er worden veel fouten gemaakt bij het maken van vragenlijsten.

Slide 26 - Diapositive

Wat betekent clusteren

Slide 27 - Question ouverte

Clusteren
Het per onderwerp bij elkaar plaatsen van enquêtevragen.

Slide 28 - Diapositive

Wat betekent trechteren?

Slide 29 - Question ouverte

Trechteren
Een zodanige volgorde aanbrengen in de enquêtevragen, dat eerst de meer algemede en dan de meer specifiek vragen aan bod komen.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Wat is een voordeel van een online enquête?

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Wat is een nadeel van een telefonische enquête?

Slide 35 - Question ouverte

Slide 36 - Diapositive

Huiswerk
Maken vraag 1 t/m 10 van hoofdstuk 3

Slide 37 - Diapositive