taal thema 6 les 14

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Doelen van de les:

- Ik weet wanneer ik als/dan gebruik.

- Ik kan van een bedrijvende zin een lijdende zin maken.

- Ik kan de voornaamwoorden op de juiste manier gebruiken.

- Ik kan samengestelde werkwoorden herkennen  en aangeven of deze scheidbaar is of niet.

Als of dan?

Gaat het in de zin om een vergelijking met een overeenkomst, gebruik het woordje als.

Gaat het in de zin om een vergelijking  met een verschil, gebruik het woordje dan.

Gebruik je als of dan en door welk(e) woord(en) weet je dat?

Ik lees liever de krant ... een tijdschrift.

Ik vind een tekst in een krant prettiger lezen ... een tekst op een beeldscherm.

Mijn broer leest net ... mijn zus bijna nooit.

Mijn vader leest liever de krant op zijn telefoon ... op papier.

Ik ben net ... mijn moeder

Maar zij leest meer ... ik ooit zal lezen.

Ik kan van een bedrijvende zin een lijdende zin maken:

Ik draag het boek door de klas.

Het boek wordt door mij door de klas gedragen.

De meisje halen water.

Ze vinden mondjesmaat poelen en plassen.

Soms ontdekken ze een nieuwe bron.

De meisjes trotseren onderweg allerlei gevaren.

Ze vermijden hoog gras en vreemde mannen.

Deze meisjes bereikten de put gelukkig ongedeerd.

Voornaamwoorden

Dit boek is van u.

Ik heb hier uw pen.

Zij hebben dat gedaan.

Hoe hebben ze ... kat behandeld?

1. jou
2. jouw

Ze hebben ... kat keurig uit de boom gehaald.

1. me
2. mijn

Hebben ... daar veel tijd voor nodig gehad?

1. ze
2. hun

Ach, ik had haar na een uurtje weer in ... eigen huis

1. mijn
2. me

Dus ... ervaring met de brandweer was goed?

1. je
2. jouw

Nou ja, hoe zou ... het vinden als ... kat bijna was verdwenen?

1. u, u
2. u, uw
3. uw, u
4. uw, uw

samengestelde werkwoorden

scheidbaar of niet scheidbaar

Wat is het samengestelde werkwoord in de zin en is het scheidbaar of niet?

Op veel scholen blijven alle kinderen over.

Ze eten samen hun lunch op.

Dan voetballen ze op het plein.

Op sommige scholen speel je toneel in de pauze.

Of studeer je met z'n allen een dansje in.

Zo voorkom je verveling in de middagpauze.

Welk onderdeel was voor jou het moeilijkste?

als/dan

lijdende zin

voornaamwoorden

samengestelde werkwoorden

Dit ga je nu doen:

Les 14:

Ga eerst aan de slag met het onderdeel dat je het moeilijkste vond. 

Je hebt 20 minuten. Succes!