Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2
Schatkist aarde
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2
Schatkist aarde

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Schatkist aarde;
waar gaat dit hoofdstuk over?

Slide 3 - Carte mentale

Hoe oud is de aarde eigenlijk?

Slide 4 - Question ouverte

Waar gaat dit hoofdstuk over?
In vogelvlucht door de geschiedenis van de aarde

Waaruit bestaat de aarde en hoe kunnen we dit als mens gebruiken?

Zo meteen maken we de 'vaardigheden' op blz. 32/33:
vraag 1, 2 en 3. Gebruik ook de Grote Bosatlas

Slide 5 - Diapositive

Determineren van gesteenten
Er zijn drie hoofdgroepen van gesteenten:
1. Stollingsgesteenten
2. Sedimentgesteenten
3. Metamorfe gesteenten

Slide 6 - Diapositive

Stollingsgesteenten
Ontstaan door het stollen van lava.
Deze gesteenten vind je dus altijd in de buurt van vulkanische gebieden.



                          basalt                                          andesiet

Slide 7 - Diapositive

Sedimentgesteenten
Ontstaan door het opeenstapelen van de sedimenten zand, grind of klei.
Zand --> zandsteen

Grind --> conglomeraat

Klei --> schalie

Slide 8 - Diapositive

Metamorfe gesteenten
Ontstaan diep in de aarde onder hoge druk & temperatuur

Het oorspronkelijke gesteente is een stollings- of sedimentgesteente
Bijvoorbeeld:
Schalie --> leisteen
Kalksteen --> marmer

Slide 9 - Diapositive

Waar gaat dit hoofdstuk over?

Maak nu in tweetallen de 'vaardigheden' op blz. 32/33:
vraag 1, 2 en 3. Gebruik ook de Grote Bosatlas

Slide 10 - Diapositive

Terug naar het werkboek
Maak blz. 32 & 33 zelfstandig en in stilte.

Opdracht 4 mag je laten zitten.

Slide 11 - Diapositive

§ 2.1: Het gezicht van de aarde verandert

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Ontstaan van de aarde
Ongeveer 4,5 mld jaar geleden als gloeiend hete bol.

Langzame afkoeling --> vorming aardkorst, mantel en kern

Ongeveer 3 mld jaar geleden, aarde 'gunstig' genoeg voor simpele levensvormen (bacteriën)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Eerste levensvormen
Bacteriën waren de eerste levensvormen op aarde

Doordat deze bacteriën de hoge concentratie CO2 omzetten in zuurstof werden complexere levensvormen mogelijk.

Slide 16 - Diapositive

De geologische tijdschaal
Op basis van de evolutie van het leven is de geologische tijdschaal opgesteld.

Slide 17 - Diapositive

Overgang van periodes
De meeste overgangen binnen deze tijdschaal worden veroorzaakt door massa-extincties waarin een groot deel van het leven massaal uitstierf

Bijvoorbeeld:
- extreme afkoeling (440 mln jaar geleden)
- inslag meteoriet (65 mln jaar geleden)

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag
Stilte: Lees de opdracht; 'De geologische tijdlijn' op Google Classroom.

Max. 2 minuten: Maak drietallen (tweetallen mag ook)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

§ 2.2: Het dagboek van de aarde
Leerdoelen vooraf:
- Ik kan uitleggen waarom we zoveel over de geschiedenis van de aarde weten.
- Ik kan het verschil tussen absolute en relatieve ouderdom benoemen.
- Ik ken de verschillende gesteentesoorten en kan ze op basis van hoofdkenmerken herkennen. 

Slide 21 - Diapositive

Waarom weten we zoveel over de geschiedenis van de aarde?
Absolute ouderdom:
  • Iridium --> komt van nature niet voor op aarde; maar wel in meteorieten.
  • Fossielen --> blijft alleen bewaard als het snel bedekt wordt met sediment 
  • Halfwaardetijd --> Radioactief materiaal in gesteente vervalt in vaste tijden (bv. uranium in 700 mln jaar)

Slide 22 - Diapositive

Relatieve ouderdom
Van de meeste dingen op aarde weten we niet hoe oud ze precies zijn.
We kunnen wel aangeven of iets ouder of jonger is dan iets anders = relatieve ouderdom

Slide 23 - Diapositive

Relatieve ouderdom
Grondlagen die dichter aan het aardoppervlak liggen zijn jonger dan grondlagen dieper in de aarde

Slide 24 - Diapositive

Fossielen; hoe ontstaan ze?
Kan alleen als overleden dieren direct worden bedekt door een laag zand of klei.

Doordat deze zandlaag druk uitoefent op het skelet blijft het bewaard

Wanneer na lange tijd de zandlaag erodeert (afslijt) kan het fossiel aan / nabij de oppervlakte komen

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive