Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
Na deze les weet je hoe je deelonderwerpen in een tekst kunt herkennen
Even een terugblik naar de vorige les m.b.v. een filmpje
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Een tekst is vaak verdeeld in een inleiding, een middenstuk (kern) en een slot.
In het middenstuk – het grootste tekstdeel – staat de meeste informatie over het onderwerp.
In dit deel van de tekst worden meestal verschillende aspecten (kanten, delen) van het onderwerp besproken.
Dit zijn de deelonderwerpen.
Slide 4 - Diapositive
Bij het onderwerp muziek passen bijvoorbeeld de deelonderwerpen klassieke muziek, jazzmuziek en popmuziek, maar een tekst over muziek kan ook gaan over de deelonderwerpen componisten, dirigenten en musici.
Slide 5 - Diapositive
Soms wordt een deelonderwerp in één alinea uitgewerkt, soms in meerdere alinea’s.
In dat laatste geval staat er weleens een tussenkopje boven het tekstgedeelte.
Let op: een tussenkopje geeft niet altijd het deelonderwerp aan: het is ook vaak bedoeld om de aandacht van de lezer te trekken.
Slide 6 - Diapositive
Zo vind je een deelonderwerp
Ga na welke alinea’s over hetzelfde aspect van het onderwerp gaan. Lees daarvoor de tekst globaal.
Globaal lezen is?
Je leest de eerste en laatste zinnen van de alinea's
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
apps.noordhoff.nl
Slide 9 - Lien
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
Slide 10 - Diapositive
Aan de slag
Slide 11 - Diapositive
Maken:
Cursus 1
§ 6 blz. 42
Deelonderwerpen
opdr. 1 t/m 5
Slide 12 - Diapositive
Als je zelf een tekst gaat schrijven, kun je een woordweb maken om geschikte deelonderwerpen te bedenken:
Noteer je onderwerp en schrijf er allerlei woorden omheen die met dat onderwerp te maken hebben.
Kijk welke woorden bij elkaar horen en maak daar groepjes van.
Kies drie of vier groepjes woorden waarover je het meest kunt vertellen: die groepjes zijn je deelonderwerpen. Je kunt een deelonderwerp in één of meer alinea’s uitwerken.